Bidets,
‘zyn zeldzaamheden in Nederland, vooral in “fatsoenlyke” huizen, schrijft m. in Idee 372. In Nederland zijn ‘meer dan middelmatige inkomsten nodig, om inderdaad - d.i. niet op z'n hollands - zindelijk te wezen’ (vw ii, p. 540). In een noot hierbij schrijft hij:
‘Men verzekert my, niet zeer lang geleden in een lyst van verkochte meubelen, zo'n voorwerp te hebben omschreven gezien: een vioolkast op poten. 't Was 'n onbekend ding!’ (vw ii, p. 716)