Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
en in de Kamer. m. noemt hem als ‘pleit-specialiteit’ in Over Specialiteiten: ‘Toen Berryer, le prince des orateurs - d.i. naar myn overzetting: 'n knoeier van de ergste soort - in één zitting voor en tegen dezelfde zaak pleitte, kwam 't den voorzitter zeker niet in de gedachte dat het eigenlyk zyn plicht was dien oneerlyken man de deur te wyzen. Integendeel. Zelf afgericht tot specialiteit in advokatenkunstjes, moet hy de schelmery van dien allemans-babbelaar heel aardig gevonden hebben. Ze werd dan ook in 'n levensschets van Berryer voorgesteld als byzonder verdienstelyk, gelyk ik reeds hier-of-daar in m'n Ideeën met de nodige verontwaardiging heb opgemerkt.’ (vw v, p. 592) Berryer zou bij vergissing de zaak van de tegenstander verdedigd hebben, schrijft m. in Idee 709. Toen hij daarop opmerkzaam gemaakt werd, zou hij gezegd hebben: ‘Zo, myne heren, zou wellicht de tegenparty spreken. Welnu, zy bedriegt zich als ze meent zulke ongerymdheden te doen aannemen door rechters die, als gy, myne heren, uitmunten in kennis, rechtvaardigheid, en eerbied voor de wet.’ (vw iv, p. 439-440) |
|