Babylon,
(Babel) hoofdstad van het oude Babylonische rijk aan de Eufraat ten zuiden van Bagdad. De stad was beroemd om haar bouwwerken. Het Babylonische rijk bloeide in de 7e en 8e eeuw v.Chr. onder Nabopalassar en Nebukadnezar ii en voerde oorlog tegen Egypte en Juda.
m. spreekt in Idee 1205 van ‘een der menigvuldige vallen van Babylon, die telkens zo aandoenlyk worden geprofeteerd in de Schrift, en wel met 'n leedvermaak alsof de “Heer” 'n byzonderen hekel aan die stad had, en of 't koelen van z'n wrevel hem buitengewone moeite kostte.’ (vw vii, p. 329).
De ‘Toren van Babel’ werd bekend door het verhaal in Genesis xi. De toren moest dienen als een baken voor alle volken, maar God wilde de bouw niet laten voltooien en bracht daarom spraakverwarring onder de bouwers. Dit wordt genoemd in Pruisen en Nederland (vw iv, p. 29).