Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdA-saga,geschrift uit in 1841 van Johannes Bosscha, met geen andere klinker dan de a. Het werd onmiddellijk gevolgd door Jacob van Lennep met zijn E-legende en door Abraham des Amorie van der Hoeven met zijn O-sprook ‘Colhoms roos’ (A-saga. E-legende. O-sprook, ze oplage, Amsterdam, 1879; deze stukken zijn opgenomen in Battus' Opperlandse taal- & letterkunde, 1981, hoofdstuk i). In een brief aan C. Busken Huet d.d. 31 mei 1867 gaat m. in op diens negatieve recensie van De Schepping van *J.J.L. ten Kate in De Levensbode (dl. 2, 1867), waarbij hij schrijft: ‘Dat er schoone verzen in zyn [=Ten Kates] werk zijn (...) wat bewyst dit? Dat die heele verzenmakery een kunstje is, een handigheid. De Japanners doen een tol loopen op een gespannen koord; ik heb in Egypte een geit zien staan op 6, 8, 10, op elkaar gelegde kootjes; wy heben de o-sprook de a-praat, de e-legende, en preeken zonder r gehad, en wat niet al! En sommigen dier forcetouren stel ik, in moeielykheid van uitvoering, (ja soms ook in nut) gelyk of boven 't kunstje van verzenmaken.’ (vw xii, p. 237) |
|