3. | Verwijzing naar de vw.
Alle lemma's zouden naar vindplaatsen in de Volledige Werken moeten verwijzen en wel zo volledig mogelijk. |
4. | Herschrijving.
De hier en daar wat gedateerd aandoende stijl van de auteur zou omgezet worden in zakelijk eigentijds taalgebruik. |
5. | Aanvulling.
De gegevens van Ter Laan zouden uitgebreid worden met namen en begrippen uit de periode na 1963. |
We hoopten toen nog dat deze klus binnen enkele jaren geklaard zou kunnen worden, om de 100-jarige herdenking van Multatuli's dood in 1987 onder meer te kunnen vieren met de verschijning van Ter Laans Multatuli-encyclopedie.
Het was natuurlijk ook zaak een geïnteresseerde uitgeverij te vinden; de toen nog in Den Haag zelfstandig gevestigde uitgeverij Nijgh en Van Ditmar bleek bereid het boek op de markt te brengen als er subsidie voor de uitgave zou komen en als de omvang binnen de perken gehouden kon worden. De gevraagde subsidie werd door wvc toegekend.
Hoe gelukkig deze vliegende start ook was, vanaf dat moment heeft het project ook heel wat tegenslag te verwerken gekregen. Om een enkel voorbeeld te noemen: omdat de aangestelde medewerkers in Utrecht woonden, leek het een praktische zet het Ter Laan-bestand onder te brengen op de handschriftenkamer van de Utrechtse U.B. Toen bleek echter dat Bos en Van Vliet daar maar op zeer beperkte tijden terecht konden en geen toestemming kregen om de kaartjes van Ter Laan te fotokopiëren...
Maarten van Vliet vond, voor hem gelukkig, al spoedig een baan en moest het werk voor de encyclopedie stopzetten. In zijn plaats vonden we drs. Astrid Joosse, neerlandica, bereid zijn werk voort te zetten. Ook Bart Bos vond kort daarop werk, bij een streng particulier instituut voor voortgezet onderwijs, een aanstelling die hem officieel tijd zou laten om aan Ter Laan verder te werken; pas veel later drong het tot de begeleidingscommissie door dat zijn leraarsfunctie hem in feite meer dan volledig opeiste. Astrid Joosse trouwde, verhuisde naar Enschede en bouwde daar - ook in dit geval tot haar persoonlijk geluk - in ultrakorte tijd een groot gezin op, dat haar echter maar weinig gelegenheid liet om haar taak binnen de gevraagde periode te voltooien.
Toch ontstond in de loop van een reeks jaren, zeker toen de uitgeverij op kosten van het project eenmaal een pc ten huize van Astrid (Lips-)Joosse had geïnstalleerd, een uitdraai op stroken van wat de inhoud van de nieuwe uitgave moest worden. Die strokenproef werd per portie van één letter rondgestuurd langs de leden van de begeleidingscommissie (Huygens, De Leeuwe, Francken en ik) die elk in de marge aanvullingen, verbeteringen en suggesties noteerden (in niet altijd even leesbare handschriften) en ook elkaars aantekeningen weer van correcties en commentaar voorzagen. Onnodig te zeggen dat deze strokenproef, compleet met een groot aantal daaraan bevestigde of tussengevoegde aanvullingen, een bont ratjetoe vormde, dat zelf weer heel nodig aan finale redactie toe was.
Enkele jaren werd het stil om het project, met name ook omdat uitgeverij Nijgh, inmiddels naar Amsterdam verhuisd en in andere handen overgegaan, op een gegeven ogenblik afhaakte en de gelden van het Prins Bernhard Fonds uitgeput raakten.
Met grote moeite zijn bestuursleden van het Multatuli Genootschap er in de prille ja-