Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 225] [p. 225] Rooverslied. Een vroolijk le-ven is ons lot, Al strekt ons't bosch ter wo-ning; Men noemt ons wel eens roovers rot, Maar foei! dat wordt door ons bespot, Elk onzer is een ko - ning, Elk onzer is een ko - - ning.- Wordt hij, die rijk is aangerand Om ons zijn beurs te geven, Het is om in ons vaderland Elk woekeraar en dwingeland, Eens voor ons te doen beven. (bis.) De dweper, die het volk verblindt, De vrekken, die elk plagen, En hij, die 't volk aan ketens bindt, In 's menschen rampspoed vreugde vindt, Wordt door ons neergeslagen. (bis.) En dreigt men ons met krijgsgeweld, Wij durven 't hoofd te bieden, Daar 't rooversrot geen bloed ontstelt; Neen elk is in den slag een held, Hij sterft, maar za! niet vlieden. (bis.) Vorige Volgende