Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 200] [p. 200] De Hollandsche meisjes. {De Hol-landsche meis-jes zijn bloe-iend en schoon, Zij nooden tot kus-sen u uit.} {En roe-ren bij 't dan-sen, bij zang of bij spel, Zelfsharten zoo droog als beschuit.} Doch die mij van al - len het best heeft be - val - len, Is Koos-je, lief Koos-je, schoon Koos-je, mijn Koosje, gij Koosje, ja gij slechts al - leen. De Hollandsche meisjes zijn nooit zoo koket, Zooals er toch velen wel zijn. Zij kleeden zich zedig, eenvoudig en net, En 't kleed en de harten zijn rein. Doch die mij van allen, het best heeft bevallen, enz. [pagina 201] [p. 201] De Hollandsche meisjes zijn huislijk en goed; En zijt gij tot vrijen geneigd, Zoo neem dan een meisje uit het Hollandsche bloed Berouw gij daarover nooit krijgt; Maar wie mij van allen, het best heeft bevallen, Is Koosje, 't lief Koosje, 't schoon Koosje, mijn Koosje, 't goed Koosje, ja Koos, gij alleen! Vorige Volgende