Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] Wiegelied. Slaap nu, mijn jongske, van 't spe-len zoo moe, Sluit nu uw oogjes al sluimren-de toe! Al - les is rus-tig en stil als het graf, Slaap nu, de vliegen weert Moe van u af. Thans nog mijn kind, is 't voor u gulden tijd, Later, och, later dan komt vaak de strijd! Dalen de zorgen ook eens op u neer, Jongske, dan slaapt gij zoo rustig niet meer. Englen des hemels, zoo lieflijk als gij; Zweven om 't bedjen en lachen zoo blij, Later, 't is waar, dalen ze ook nog wel af, Maar troosten den mensch bij 't bed van het graf! Slaap nu, lief jongske, de nacht wel genaakt, Maar denk dat Moeder al biddende, waakt; 't Moge dan vroeg zijn of laat in den nacht, Moeder houdt steeds bij uw bedje de wacht! Vorige Volgende