Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 188] [p. 188] 't Blauw van de oogen is gevaarlijk. 't Blauw van de oo - gen is ge - vaar - lijk, Zacht is dan de blik der min; 't Bruin van de oo-gen is be geer-lijk. Soms ziet men te diep daar-in. 't Zwart van de oo-gen kan soms won-den, Ja, het vlamt steeds met ge-vaar, Toch be-staat er een paar oo - gen, Waarop ik met vreug-de staar, Waar - op ik met vreug-de staar. [pagina 189] [p. 189] Want die oogen zijn zoo vriendlijk, Altijd spreken zij tot 't hart, En verwekken door hun lonken, Een bijzonder soort van smart. Dat, o Liefde, zijn uw oogen Waarvan ik niet zeker weet, Of het blauwe zijn of bruine Of hoe daar de kleur van heet. (bis.) Vaak bedrogen een paar oogen. Door hun helder licht en glans, Even als het licht der sterren, Aan den hoogen hemeltrans. Wilt daarom voorzichtig wezen, Heeren, vatbaar voor de min, Ziet gij soms twee oogen schittren, Kijk toch niet te diep daarin! (bis.) Vorige Volgende