Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] De lof van den kus. Wat geeft de kus een zoet ge-luid, ge - luid; Een kus - je smaakt als geu - rig fruit, als fruit. Vrouw E - va keek ook lang niet straf, Als A - dam haar een kus - je gaf! Kom brui - gom kus uw bruid, Kom brui - gom kus uw bruid.- Het kusjen op een kuischen mond, een mond, Houdt beter zin en ziel gezond, gezond. Een kusje doet ook niemand zeer. (Iedere heer tot zijne dame.) Zeg lieve dame? (De dames alleen.) Neen, mijnheer. (Te zamen.) Men kusse dan in 't rond. (bis.) Vorige Volgende