Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen
(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend
[pagina 118]
| |
[pagina 119]
| |
Neen,- dit is het rech-te niet!
In het oog ligt vaak het hart,
Tot het oog moet ge u be - pa - len,
Tot het oog moet ge u be - pa - len,
In het oog ligt vaak het hart.
O 't is zulk een zoet gespeel,
Wanneer de oogen lieflijk lonken,
Met hun heldre liefdevonken -
Neen, geen tong zegt ooit zoo veel.
Schift ren moog steeds de eedle steen,
Maar wat stralen daarop vielen
Kleuren uit het diepst der zielen,
Toonen de oogen ons alleen.
In het oog ligt vaak het hart, enz.
|
|