Gebouwen van liefdadigheid, onderwijs, wetenschap en kunst, |
|
Particuliere gebouwen als woonhuizen, pakhuizen, industriemolens, |
|
Musea, particuliere verzamelingen, varia. |
De eigenlijke beschrijving wordt voor zoover noodig voorafgegaan door een overzicht van de voorhanden geschiedkundige gegevens, en gevolgd door een bouwgeschiedenis of overzicht van de bouwperioden, gelijk de schrijver die aanneemt te mogen reconstrueeren aan de hand van de schriftelijke gegevens en de gegevens, die het monument zelf oplevert.
Dateeringen worden kortsheidshalve aangeduid door een eeuwcijfer, zoo noodig gevolgd door een letter A of B voor de eerste of de tweede helft van de eeuw of door een van de letters a, b, c of d voor een van de vierendeelen van de eeuw.
De woorden ‘rechts’ en ‘links’ zijn gebruikt in de gewone subjectieve beteekenis behalve in heraldische beschrijvingen.
Na deze algemeen voor de Geïllustreerde Beschrijving geldende opmerkingen, dient ten aanzien van het onderhavige deel nog het volgende gezegd:
Het grondgebied, dat hier wordt behandeld, omvat de gemeenten Alkemade, Benthuizen, Hazerswoude, Hillegom, Katwijk, Koudekerk, Leiden, Leiderdorp, Leidschendam, Leimuiden, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Nootdorp, Oestgeest, Rijnsaterwoude, Rijnsburg, Sassenheim, Valkenburg, Voorschoten, Wassenaar, Warmond, Zoetermeer en Zoeterwoude. Tengevolge van de krijgsgebeurtenissen in Mei 1940 bezit de gemeente Valkenburg geen enkel monument meer, al heeft het dorp ook een buitengewone beteekenis gekregen door de oudheidkundige ontgravingen, welke sindsdien door Prof. Dr. A.E. van Giffen zijn ingesteld, ontgravingen, die eenige opeenvolgende Romeinsche vestingen aan het licht hebben gebracht, alsmede de grondslagen van de middeleeuwsche parochiekerk, waarvan vóór Mei 1940 nog maar een gering deel uit een van de allerlaatste bouwperioden over was.
Het gebied van de opgesomde gemeenten is historisch en kunsthistorische zoo weinig een zelfstandige eenheid geweest, dat er geen reden bestaat om op de gebruikelijke wijze een Inleiding te wijden aan naam, wereldlijke en kerkelijke geschiedenis en verdere bijzonderheden van de behandelde streek.
De verantwoordelijke samensteller van den tekst is Dr. E.H. ter Kuile, ambtenaar aan het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, thans met den rang van conservator. De beschrijving van de schilderijen is echter in hoofdzaak van de hand van Dr. H. Schneider, lid van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, behalve voor zoover het de portretten op de Universiteitsbibliotheek te Leiden en op het huis Duivenvoorde betreft, die werden onderzocht onder leiding van Dr. J.G. van Gelder, waarnemend directeur van het Rijksbureau voor Kunsthistorische en Iconografische Documentatie te 's-Gravenhage. De gegevens over de poldermolens dankt de schrijver in het