Twente
(1971)–E.H. ter Kuile– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina VII]
| ||||||||||||
Voorbericht.De bij Koninklijk Besluit van 26 April 1933, no. 13, gereorganiseerde Rijkscommissie voor de Monumentenzorg heeft mede in opdracht het samenstellen en uitgeven van een beschrijving van alle in Nederland aanwezige monumenten van geschiedenis en kunst, dagteekenend van vóór 1850. Op de vroeger verschenen deelen, gewijd aan de Baronie van Breda, de gemeente Maastricht en de Bommelerwaard, kan zij thans een beschrijving laten volgen van de monumenten in Twente, die in hoofdzaak is geschied volgens een in 1904 vastgestelden en in 1918 eenigszins gewijzigden leiddraad. In dit boek zijn behandeld: a. alle bestaande aardwerken, bouwwerken en onderdeelen of overblijfselen daarvan, dagteekenend van vóór 1850 en in eenig opzicht van belang uit een oogpunt van kunst of geschiedenis; b. alle voorwerpen, die aan de onder a genoemde voorwaarden voldoen en op eenige wijze met zulk aard- of bouwwerk in verband staan. Voorts is rekening gehouden met openbare en particuliere verzamelingen, met dien verstande, dat slechts de belangrijkste voorwerpen hieruit, die in eenig verband staan tot de behandelde streek, beknopt zijn beschreven en de overige alleen naar categorieën zijn opgesomd. Het doel der monumentenbeschrijving is den helaas reeds zoozeer verarmden en nog steeds slinkenden kunstschat, ons nagelaten door het voorgeslacht, althans in woord en beeld zoo getrouw en zoo volledig mogelijk te bewaren. Samenvattende kunsthistorische beschouwingen zijn voor dit doel niet noodig en daarom in dit boek vermeden. De opgave van literatuur is beperkt tot die werken, welke bij de samenstelling der beschrijving met vrucht zijn geraadpleegd. Onderzoek in archieven heeft niet plaats gehad. Oude afbeeldingen zijn slechts vermeld, voor zoover zij voor vroegere toestanden van een monument van belang zijn. Bij de spelling van aardrijkskundige namen is de door het Aardrijkskundig Genootschap uitgegeven ‘Woordenlijst’ gevolgd. De gemeenten zijn, evenals hun onderdeelen, alfabetisch gerangschikt. De volgorde der monumenten is aldus:
| ||||||||||||
[pagina VIII]
| ||||||||||||
Kortheidshalve is de dateering gemeenlijk aangegeven door een eeuwcijfer, zoo noodig gevolgd door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft der eeuw of door a, b, c, of d, om een der vierendeelen van de eeuw aan te duiden. De aanduidingen ‘rechts’ of ‘links’ zijn in subjectieven zin gebruikt, behalve ten aanzien van wapens, waar zij in heraldischen, objectieven zin moeten worden opgevat. De afbeeldingen naar teekeningen, welke in den tekst zijn opgenomen, geven alle den toestand weer, zooals die tijdens de opneming werd aangetroffen. De opmetingen zijn met groote zorgvuldigheid verricht, zoodat voor de nauwkeurigheid der daarop berustende teekeningen kan worden ingestaan. De oorspronkelijke teekeningen, bewaard in het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, zijn gemeenlijk op de schaal 1:100, behalve de détails, die op de schalen 1:10 of 1:20 zijn vervaardigd. Voor de reproductie zijn zij verkleind: de plattegronden en doorsneden tot de schaal 1:350, en de details tot de schaal 1:50. De eenige uitzondering hierop vormen de teekeningen van de boerderij ‘de Waarbeek’, waarvan de plattegronden, doorsneden en gevels (afb. 11, 12) op de schaal 1:400 en een detail (afb. 13) op de schaal 1:20 zijn geteekend. Het boek is bewerkt door Dr. e.h. ter kuile, thans commies aan het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, die de beschrijving in 1930 samenstelde naar de gegevens, die hij in het voorjaar en den zomer van dat jaar had verzameld. Onder toezicht van het lid der Rijkscommissie, Dr. j. kalf, werd de tekst in den winter van 1933-1934 op verscheiden punten herzien. Tenzij anders is vermeld, geeft de beschrijving niettemin den toestand in 1930 weer. De beschrijving der schilderijen op de huizen Nijenhuis en Weldam is te danken aan de heeren Jhr. Mr. Dr. e.a. van beresteyn, Dr. h. schneider en Mr. a. staring; die van de schilderijen op Huis Almeloo aan beide laatstgenoemde heeren, die op den Oosterhof aan Dr. h. schneider, en die op Twikkel aan Mr. a. staring. De beschrijving der schilderijen van de St. Plechelmuskerk te Oldenzaal berust op aanteekeningen van wijlen Dr. c. hofstede de groot. De registers zijn samengesteld door Mevrouw ter kuile-de kanter en den schrijver. In 1930 werd een aanvang gemaakt met het opmeten en fotografeeren der monumenten. Dit werk eischte veel tijd en werd eerst in 1934 voltooid. De teekeningen van de St. Plechelmuskerk te Oldenzaal (afb. 18-21) zijn vervaardigd door den architect aan het Rijksbureau a.l. oger, die van de boerderij de Waarbeek (afb. 11-13) door den architect j. jans te Almeloo, die van het huis Twikkel, waarvoor gebruik is gemaakt van op het Rijksbureau berustende opmetingen uit het laatst van de vorige eeuw, alsmede de | ||||||||||||
[pagina IX]
| ||||||||||||
teekening naar een gevel te Oldenzaal (afb. 22), door den bouwkundig-ambtenaar 2de klasse aan het Rijksbureau e.a. canneman. Overigens zijn alle teekeningen van de hand van den bouwkundig-ambtenaar 1ste klasse aan het Rijksbureau w.a. hemsing. Met uitzondering van de foto's pl. XXIII, no. 1 en 2, die door den fotograaf a. frequin te 's-Gravenhage, en de luchtfoto pl. LXV, no. 1, die door de Militaire Luchtvaartafdeeling te Soesterberg werd gemaakt en ter beschikking gesteld, zijn nagenoeg alle foto's gemaakt door de bouwkundig-ambtenaren 1ste klasse aan het Rijksbureau voor de Monumentenzorg j.p.a. antonietti en w.a. hemsing. Om verschillende redenen zijn de in autotypie weergegeven fotografieën bij elkander achter den tekst geplaatst en niet, als in de vorige deelen, daartusschen. Hierdoor werd het mogelijk den tekst met de lijncliché's op duurzaam papier te drukken, en niet op het vergankelijke kunstdrukpapier. Op deze wijze zijn 1000 exemplaren gedrukt; een vijftigtal exemplaren, bestemd voor archieven en openbare boekerijen, is op papier van zeer groote duurzaamheid gedrukt, dat echter te kostbaar is om voor de geheele uitgaaf te worden gebezigd. Tenslotte dient een woord van erkentelijkheid te worden gericht tot de autoriteiten en particulieren, die bereidwillig den schrijver en de ambtenaren van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg in staat stelden gebouwen en voorwerpen te bestudeeren, op te meten en te fotografeeren, en zij ook dankbaar gewag gemaakt van de inlichtingen en den raad, waarmede verschillende belangstellenden den schrijver ter zijde stonden.
's-Gravenhage, Augustus 1934.
De Rijkscommissie voor de Monumentenzorg: J.A.G. VAN DER STEUR, Voorzitter, KALF, Secretaris. |
|