[Colofon]
‘De tombe van Hendrik van Veldeke en Jan van Brabant’ is opgenomen in Geijkte tijd. Liber amicorum voor Hans Berghuis, Maastricht, Het Gonst, 1989. ‘De tombe van Hadewijch’ en ‘De tombe van M. Nijhoff’ vormen de roofdruk Twee sonnetten, Amsterdam, slaa, 1985. ‘De tombe van Jan Roulans’ vormt een onderdeel van het muizetrapje Het daghet intertekstueel, Amsterdam, De Verloren Tijd, 1985. ‘De tombe van H.L. Spiegel’ hoort tot het voorwerk van Eer is het Lof des Deuchts. Opstellen over renaissance en classicisme aangeboden aan dr. Fokke Veenstra, Amsterdam, De Bataafsche Leeuw, 1986. ‘De tombe van P.C. Hooft’ tot dat van Op eigen gronden. Opstellen aangeboden aan Prof. Dr. J.J. Oversteegen ter gelegenheid van zijn afscheid als Hoogleraar Theoretische Literatuurwetenschap aan de Rijksuniversiteit Utrecht, Utrecht, H & S, 1989, onder de titel ‘Als 't begint’. ‘De tombe van Jacobus Revius’ is geschreven voor Jezus van Nazareth een bron van inspiratie, Kampen, Kok, 1988. ‘De tombe van Jan Luiken’ staat in Tien gedichten voor Guus Sötemann, Scheveningen, Duindoornpers, 1985. ‘De tombe van Constantijn Huygens’ is vervaardigd in opdracht van de stichting Internationaal concours voor liedbegeleiders, en is, met de bijbehorende noten van Robert Nasveld, in 1988 uitgegeven door Donemus, Amsterdam, onder de titel Escran/scherm/skreen. ‘De tombe van J. van Vloten’ is, onder de titel Eens gegeven, blijft gegeven, in 1984 uitgegeven door J. Meijer te Amsterdam. ‘Over prosodie’ is geschreven voor ‘Het pak van Sjaalman. Honderdzevenenveertig verhandelingen en opstellen’, in 1984 verschenen als nummer 8/9/10 van De Gids 147. ‘De tombe van P.C. Boutens’ is, met een ander slot, verschenen in het Statenvertaling-cs van nrc Handelsblad, 18 september 1987,