Tomben(1989)–Jan Kuijper– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] de tombe van johan andreas dèr mouw 'T ekstatisch wagnern van mijn taalorkest gaat je het ene oor in, het andere uit. Van dagelijkse rijke of arme buit deel ik je niet meer mee dan op zijn best een knipoog, een stembuiging, de dagrest onder de slagroom die de bak uit spuit. Zeg eens knijp! Daarmee heb ik het verbruid, je wrijft in je ogen want je ziet geen pest. Dat ik dit niet kan maken-dat zeg ik; de duivel weet hoe het er toch van komt. Je bent nu wel wakker; heb je in de gaten hoe of ik me in mijn leugentjes verstrik? Heel mijn hebben en houden opgesomd moet ik je met een vuile stank verlaten. Vorige Volgende