Mijn leven

Den Heer Thieme 's Gravenhage.
Brussel 13 Febr. 1877.

Geachte Heer Thieme!

Reeds sedert een jaar of drie ligt mijn Huwelijk in Indie gereed voor eene tweede uitgave, herzien, met een voorwoordje aan H.M. de Koningin, en vermeerderd met een hoofdstuk dat er primitief in behoorde, maar dat de uitgever er uit verbannen heeft; ik begrijp nog niet waarom. Ik had die tweede uitgave verkocht aan den Heer M. Nijhoff, maar toen ik hem het kontraktje zond om te teekenen, begon hij weer te spreken van

[p. 265]

alles ten beste schikken en aan hem overlaten, enz. en hierover kwaad, heb ik hem mijn kontraktje terug gevraagd en de tweede uitgave ontnomen.

In dien tijd had een tweede uitgaaf waarde voor mij, omdat meerdere bekendheid van mijn werk mij had kunnen steunen in mijn strijd, nu is mijn strijd geëindigd en bestaat die waarde dus niet meer. Ik ga dezen zomer naar Indië, en vóór mijn vertrek zal mijn laatste werk in het licht verschijnen, waarvan ik ............. verkocht heb aan den Heer Revers te Dordrecht voor fl. 1,000 en 60 exemplaren, vrije beschikking voor mij.

Gij ziet hieruit dat mijn Huwelijk in Indie mij op het oogenblik niets meer intéresseert; wilt gij het hebben dan kunt gij het krijgen voor vijftien honderd gulden, onder voorwaarde altijd dat gij het de eerste maal uitgeeft mèt het voorwoordje aan de Koningin en mèt het ingevoegde hoofdstuk, later kunt gij er feuilletons uit nemen zoo veel gij wilt. Ik zeg dit, omdat de Heer Nijhoff mij reeds herhaaldelijk gevraagd heeft juist om het ¹verworpen hoofdstuk als feuilleton.

Met de meeste hoogachting

Mina Krüseman.

1 Het zelfde verworpen hoofdstuk staat nu in dit boek.