Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– AuteursrechtvrijMej. Lucie Baart.
| |
[pagina 254]
| |
‘Daar heb je dat domme ding terug, 't verveelt me, ik kan 't niet uitlezen; hoe kan iemand zoo veel domheid en zoo veel slechtheid bij elkaar halen!’ enz. enz. in denzelfden geest. Nu ben ik benieuwd naar de opinie van Revers! Je schrijft me toch wat hij er van zeggen zal? Een heerenboek maak je er nooit van, en een damesboek?... De dames die 't kunnen lezen zullen den oorspronkelijken tekst boven den vertaalden verkiezen, en zij die niet eens fransch kennen?... ik vrees dat voor haar zoo'n boekje veel te geavanceerd zal wezen, dàt zijn lezeressen voor de Veer en de Brieder, die zich pâmeeren voor een verouderde redeneering in 't Nieuws van den Dag, of een plat gezeur van 't ouderwetsche modemannetje! Enfin, als Revers 't koopen wil, kan je het werk licht vertalen, maar als je niet vooraf weet hoeveel je er mee verdienen kunt, zou ik je afraden je de moeite van 't vertalen te geven, vooral omdat 't oorspronkelijke fransch is; was 't engelsch, dan had je ten minste meer kans op debiet dan nu. Als ik in jou plaats was, gebruikte ik mijn zuinig gespaarde oogenblikken, dunkt me, liever om te scheppen dan om te vertalen; mocht je het echter doen om je in het fransch te oefenen, dan heb ik niets gezegd, en vind ik een mooi boek verre te préféreeren boven een paar honderd domme thémas. Als début in de littéraire wereld zou ik je veel liever met je eigen werk, dan met dat van een ander zien verschijnen, en je veel meer succès durven beloven met een schepping dan met een vertaling. Hoe dit ook zij, ik hoop dat 77 je chance zal aanbrengen en dat je tevreden zult wezen over hetgeen je doen zult? En dan wensch ik jullie allen zonneschijn! brandende, gloeiende zonneschijn, met dansende lichtjes die doordringen tot in 't diepst van je ziel! Want het is om 't heimwee naar een an dere wereld te krijgen, zóó nat en somber is 't tegenwoordig op de onze! Reeds sedert een paar maanden zitten we hier in den modder en in een atmosfeer van mist en regen die je nat maakt tot in je knokken! Wat ben ik dikwijls in Indië met mijn gedachten, à la recherche d'un rayon de soleil, d'une étincelle de vie! Geduld is al wat er op zit! ____________________ En nu is dit voor Lize. Hartelijk dank voor je brief en voor de nieuwtjes die je me schrijft. Van 't succès van Betsy Perk's lezing had ik iets gehoord uit de Amstelbode. Vraag je nog hoe zoo iets als Betsy Perk succès kan hebben? Maar dat is heel natuurlijk! Het kon niet anders of B.P. moest en vogue raken met de tegenwoordige tooneelregeering, waarvan haar eigen broerGa naar voetnoot1 een van de hoofdministers is. Dit heb ik reeds lang voorzien. | |
[pagina 255]
| |
Betsy Perk, die haar familie verloochent voor haar émancipatie-manie, haar stichtingen verloochent voor haar ezelen-manie, haar geloof verloochent voor haar réputatie-manie en haar emancipatie-woede weer verloochent voor haar kunstmanie! Kortom, alles verloochent voor een aalmoes!... Wáár had Nederland een beter sujet kunnen vinden om samen te werken met zijn dominé's-pers, zijn dominé's-kunst en zijn dominé's-politiek? ‘Geen pot zóó krom of er past een deksel op’. Welnu, Betsy Perk is het deksel dat past! Haar godminnende, godprijzende, godverheerlijkende poëzie ‘ALS’ heeft immers bewezen hoe ervaren zij is in de nederlandsche niets-zeggende niets-bedoelende, niets-beteekenende tooneelkunst! Zij is metGa naar voetnoot1 Multatuli en Voltaire van haar ezel gevallen, om, aan 't handje van een franschen dominé, 't nederlandsch tooneel te helpen verheffen! Alweer een bewijs voor de waarheid van mijn oud: ‘Il faut qu'elle ne soit rien pour être quelque chose, ou bien qu'elle tombe pour avoir le droit de monter!’ In Nederland is iedere laagheid een hap, die 't gat in den rijsten-brei berg grooter maakt! En iedere bijbeltekst een greep uit de schatkist van de publieke weldadigheid! De sujetten happen en de leiders grijpen, 't is maar jammer dat er nog zóó veel eerlijke menschen zijn die vertrouwen, en betalen, en, goedhartig onwetend, dupe zijn! Wat de opvoering van Vorstenschool met Moeder de Vries als Louise betreft, ook dàt vind ik heel goed; en dat de pers déze Louise de mooiste van de wereld vindt is ook heel natuurlijk. Pietje Rijsewijk is zóó gewoon aan Rotterdamsch patois, dat hij niets zoo goed verstaat als dàt; en de tooneelkoninginnen hebben reeds zoo vele jaren de wezenlijke koninginnen voorgedaan hoe zij eigenlijk wezen moesten, dat het ook inderdaad schande is dat die arme menschen, met rood fluweelen zomer-négligé's, niet beter geïmiteerd worden aan de hoven! Ik geef de heeren van de pers gelijk, zij juichen alleen toe wat zij begrijpen en vinden dus eenvoud en distinktie heel gek. ‘Men kan van een koebeest niet meer verlangen dan rundvleesch’ - zegt een engelsch spreekwoord, en daar heeft dat spreekwoord gelijk in. Daarom vind ik dat de heeren van de pers in Nederland een lief bewijs van zelfkennis gegeven heb- | |
[pagina 256]
| |
ben door moeder de Vries de palm te reiken voor beschaving, grootheid en zuiver nederduitsche welsprekendheid! Pietje Gijsewijk moest nog maar eens een pegaatje houden over ‘de moedeg van alle kunsten’, dan wordt hij nog benoemd tot Vadeg van alle pegaatjes! .........................
Mina. |
|