Mevrouw E.
Brussel 23 December 76.
.........................
.... en slikt 't eene fleschje bella-donna voor en 't andere na, alsof bella donna van oude menschen jonge kon maken! Ik amuseer me hier niets, zoo als je wel begrijpen kunt, en hoop maar op den zomer om weer vlot te komen! Bij al onze kennissen zijn zieken, ik weet niet wat de lui uitvoeren om 't zoo ver te brengen, maar ik weet wel dat 't heel vervelend is dat ik nergens komen kan, of ik krijg lange verhalen van de ziekte van Pietje, of Mietje, of Jansje, of Grietje! En verder klaagliederen over de steeds springende banken, waarvan de aristocratische dieven in groote statie langs de boulevards rijden! Alle menschen jeremieeren en niemand doet wat! Het is curieus om aan te hooren. En dan 't testament van Antonelli, dat, meer satiriek dan nobel, de geheele geestelijkheid een slag in 't aangezicht gegeven heeft! Dáár willen de vromen hier niets van hooren! Pausje is en blijft de arme gevangene die op stroo ligt! Daar hebben zelfs de tachtig milioenen van Antonelli hem niet af kunnen helpen!
.........................
Jullie komt in 't voorjaar toch zeker nog wel eens over vliegen.
.........................
van *** zal je geen last hebben, want ik ben verleden, 's avonds, eenvoudig naar *** gegaan, toen hij hier was, om hem te toonen dat zijn visites me verveelden, tengevolge waarvan hij maar tot negen uur bij den ouden heer is gebleven en niet weer hier is geweest. Tant mieux! Als ik niet thuis ben heeft niemand medelijden met Papa, ik zie er dus ook de noodzakelijkheid niet van in, waarom ik me altijd sacrificeeren moet voor allerhande lui, als ze te ziek of te kreupel zijn om ergens anders afleiding te gaan zoeken; ik heb genoeg in de zieke menschen gezeten van mijn leven, mijn medelijden is ook al uitgeput! Dat belooft voor de toekomst, hè?
Addio met een zoen, om te deelen met manlief.
t. à t.
Mina.