Mej. Elize Baart.
Nieuwe Schans, 10 Maart 1876.
Beste Lize, houd vol! Ik heb nog nooit eerlijk tegenover een schelm gestaan, of ik ben geëindigd met een zegepraal; het schijnt wel eens anders, maar 't is toch zóó.
Dat antwoord van Stumpff is weer een aveu van sidderen, karakteristiek nederlandsch!
De copie van mijn brief aan jou is weg en zal je eerdaags gedrukt zien verschijnen met een woordje van toelichting er bij. Vrees niet dat je nu een engagement verspeelt, want niemand van de club heeft één oogenblik ernstig plan gehad om je te engageeren, wel kan je, door deze questie openlijk te behandelen, de heeren van de club ten laatste noodzaken de drie condities aan te nemen, die door geen nederlandsche directie zonder strijd ooit aangenomen zullen worden.
Adieu. Ik heb 't druk tegenwoordig en kan hier uit 't noorden niet weg komen; ik dwaal van 't eene dorpje naar 't andere en vind elken avond weer nieuwe invitaties voor nabijliggende plaatsjes. Die vogue heb ik nota bene aan Winschoten te danken, waar ik als Meester KritiekGa naar voetnoot1 de sympathie van 't publiek schijn gewonnen te hebben!
Wat ik dit jaar doe, kan jij toekomenden winter probeeren, als ik te Middelburg kom zal ik je duizende inlichtingen geven. Nederland levert een veel ruimer terrein tot werken op, dan een stedeling wel denken zou; ik ben nu aan 't afdwalen van de spoorlijnen en word op 't platte land allerliefst onthaald.
Houd mij s.v.p. op de hoogte van alles..... en vertrouw op mij, wat er te doen is zàl ik doen.
.........................
Mina.