Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– AuteursrechtvrijKoninklijke Hollandsche Schouwburg. Directie J.C. Valois. | |
's Hage, 19 October 1875.Mejufvrouw. Mejufvrouw Mina Krüseman, Brussel.
Mejufvrouw! In antwoord op uw brief van den 15den dezer heb ik de eer u te berigten dat ik tot mijn leedwezen mijne dagen in de maand November bezet heb, maar dat ik zeer gaarne geneigd tot uw voorstel ben in de maand December. Hoog Geachte Dame! ik zou nu gaarne het volgende van u willen weten, namenlijk of het bedoelde stuk een avond kan vullen, namenlijk wanneer wij ten zeven ure of half acht beginnen tot half elf, en ten tweede dat aangezien de voorstelling onder mijne Directie plaats heeft ben ik tegenover Bestuur en publiek responçabel, zou het dus niet mogelijk zijn dat ik ken- | |
[pagina 92]
| |
nis van het stuk nam, ik hoop dat u vooral geen kwade uitlegging hieraan zult willen geven, maar u zult begrijpen dat ik kennis moet dragen van hetgeen onder mijne Directie gespeeld of opgevoerd wordt. Wat nu de Conditiën betreft, die zijn zeer eenvoudig en tegenwoordig veel in gebruik, waarom ik de eer heb u die ook thans voor te stellen: U geniet van de Bruto ontvangst zestig procent, voor de overige veertig procent neem ik alle kosten op mij, (natuurlijk geen reis en verblijf) maar alles wat u voor eene behoorlijke uitvoering in den Schouwburg noodig hebt, bovendien zorg ik voor biljetten, (groote en kleine) voor advertentiën, in een woord voor behoorlijke publiciteit. Alle vrije toegangen zijn op zulk een avond natuurlijk niet gangbaar, hiervan zijn echter uitgesloten: Het Hof en gevolg, waarom over de Hofloges nooit mag worden beschikt, benevens deGa naar voetnoot1 pers, de tooneel-Dokter en Chirurgijn, Burgemeester, Commissarissen van den Schouwburg, Kapitein der wacht enz. die altijd toegang hebben. Ik geloof dat dusdanige voorstelling te 's Hage wel goede resultaten zou opleveren, te meer omdat UEd. nog nimmer het Haagsche tooneel met uw optreden heb vereerd. In afwachting van een spoedig antwoord heb ik met de meeste hoogachting wel de eer te zijn
UEd. Dw. Dienr. J.C. Valois. |
|