Aan Multatuli.
Amsterdam 3 Januari '75.
O! O! O! O! O! Kinderachtige, pédante teutjes! -
Veel heil en zegen in 't nieuwe jaar! - Wanneer trouw jullie? -
Je suis lasse de.... neen, eigenlijk moest ik zwijgen. - Ik vlieg toch mijn vleugelen maar lam in een ruimte zonder einde! Vechten voor vrienden als gij zijt, c'est la mer à boire, men kan er zich in verdrinken, meer ook niet, en dat is pauvertjes!!!!!
Ik réclameer mijn brief op rijm, zonder jalouziën en zonder arrière-pensées natuurlijk.
Foei!
Ik heb te veel amours in mijn hoofd om aan u te denken. Un amoureux par ci, un fiancé par là, une illusion partout! De tijd dien ik over heb kan ik aan dood-kalme vriendschap wijden, eenvoudig, eerlijk en oprecht..... préféreert gij koketteeren? Pas op, want in die kunst heb ik 't ver gebracht, heel ver zelfs - maar dat kleingeestig gehaspel vermoeit me en verveelt me ook.
Adieu, ik heb geen lust meer tot schrijven. Tot later.
Mina.