Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– AuteursrechtvrijMej. Mina Krüseman.
| |
[pagina 283]
| |
en vulden 't aan met wat de bekommering ons ingaf. ‘Nu kleedt ze zich!’ - ‘Nu treedt ze op!’ - ‘Nu is ze moe!’ Ja, je brief van Zondag is 'n groote verrassing! Want ik vreesde dat de Rotterdammer recensie je zou gesmoord hebben, en dat A. & v. O. ‘halt spelen!’ hadden gekommandeerd, vooral omdat er geannonceerd werd: ‘Tweede en laatste voorstelling.’ Nu ken ik die truc wel om ‘laatste’ te annonceeren als men 't niet zoo heel erg meent, maar 't kwam me nu te vroeg! De Rotterdammer kunstbeschouwer Ga naar voetnoot1 heeft 'n waarheid ontdekt die u en mij onbekend was. We leeren van hem ‘dat 'n kritikus niets produceeren kan.’ En zelfs ‘dat dit 'n bekende waarheid is.’ Mij komt het voor dat die waarheid niet bekend, en in allen geval niet bewezen is, tenzij door zijn voorbeeld. Zeker heeft de onbekende m'nheer O. niets geproduceerd, maar bewijst dit dat het zoo wezen moet? 't Is 'n aardig achterdeurtje voor 't geval dat je hem zoudt voorstellen zelf eens wat te leveren! Daar hij naamloos schrijft, hebben wij 't recht hem te houden voor den zelfden óok naamloozen kunstbeschouwer in dezelfde krant die (om z'n betaalheer Fransen v.d. Putte pleizier te doen) den volke verklaarde dat de in Vorstenschool geschetste toestanden Ga naar voetnoot2 in Spanje - dus niet ten onzent? - bestaan. Laat hem dàt, en een en ander meer eens zeggen met z'n naam er onder. Zie, dit wilde ik. Dan heette hij Jan en men wist dat Jan 'n uil is, of - want onbekwaam is i niet! - dat Jan zich liet betalen om zwart wit te noemen. ......................... Wanneer 't in uw kraam te-pas komt, sommeer hem zich rein te wasschen van m'n aanklacht. Want ik beweer in-staat te zijn te bewijzen dat-i oneerlijk schrijft. ......................... Ik vrees echter dat-i gelijk heeft in z'n aanmerkingen op 't getal tafereelen. Elk neervallen van de gordijn breekt de aandacht, en er is veel kunst noodig om bij elk nieuw ophalen de belangstelling op nieuw te spannen. Daar nu, zooals je telegrafeerde, de mekaniek slecht is, wordt dit zooveel te erger, en ik begrijp dat je hierover klaagt. Nu schreef je ons eenmaal zelf dat je stuk als zoodanig niet deugde. Maar, meid, dit is toch jammer, het had kunnen deugen! Waarom niet? Doch ik erken dat jou slagen als actrice hoofdzaak is! En ... als je stuk inderdaad niet deugt (over 't geheel, meen ik, schoone | |
[pagina 284]
| |
passages zullen er zeker in zijn!) dan is je triumf als tooneelspeelster des te grooter. .........................
Dek. |