Den Heer K. Amersfoort.
Brussel, 25 Oct. '74.
Geachte Heer K.
Wat zijt gij voorzichtig in Amersfoort! - Durft gij mijn protégéetje niet zoo maar aan te nemen op een simpele recommandatie van mij? - Zijt gij bang dat ik u een sukkeltje zal zenden of een malle, verwaaide bas-bleu? - Geen nood, ik houd van praktisch bruikbare menschen en ik haat in kunst al wat leelijk is, ook hecht ik te veel waarde aan de opinie van een Publiek om mij die tegen te maken door zoo'n schitterend bewijs van wansmaak te geven! - Maar gij behoeft u niet op staanden voet te décideeren, ook behoeft gij niet aan te nemen wie gij niet kent. Den 10den en 11den Nov. lees ik in Frascati (Amsterdam) en den 12den leest Elize Baart in dezelfde zaal; gij kunt dus, heel voorzichtig, eerst onderzoeken hoe zij als lectrice is, en daarna beslissen, of zij goed genoeg is voor Amersfoort!
Wat mij betreft, ik dank u zeer voor uwe vriendelijke uitnoodiging, maar zooals ik u reeds geschreven heb, ik ben van den winter niet vrij en kan dus geene invitaties aannemen.
De reden waarom ik twee avonden in Amsterdam kom lezen is dat ik vóór mijn optreden aldaar (14 November) iets aan mijn vriend Publiek heb mee te deelen, en Elize Baart wil présenteeren, die te jong is om alleen te staan, en eene te schoone toekomst heeft, om reeds bij haar eerste optreden verpletterd te worden, door de Amsterdamsche dagbladpers, die bevooroordeeld en verduitscht, domweg vonnist al wat hare sfeer te boven gaat.
Hierbij een invitatie-kaartje voor mijn lezing van den 10den. Mocht gij dien dag toevallig te A. zijn, dan hoop ik u met uwe lieve familie in welstand weer te zien.
Mina Krüseman.