Brussel, 23 Oct. '74
Geachte Heer Abrahams!
Ik heb nog nooit zoo'n mooie proef gezien als de uwe! Dank voor de zorg. Hierbij het einde van Kritiek en verder mijn pleidooi tegen de verouderde wet op de drukpers. Ik zal zorgen dat de groote heeren geen onwetendheid meer kunnen voorwenden, dat is al wat ik doen kan. Zal 't helpen? Nous verrons!
Zou het mogelijk zijn het omslagje van mijn boekje (geel of grijs) op de voorzijde rood te maken, zóó? - en dan Kunst met witte letters, en met grijze en Kritiek met zwarte. Geen naam of wat ook meer er bij; en eenvoudig ingenaaid? Kon ik er een stuk of zes, acht, van ingebonden krijgen (ook als beschreven) dan zou mij dit zeer aangenaam wezen, maar die ingebondenen vooral mogen niet lang wegblijven, daar ze voor de groote lui bestemd zijn, die ze hebben moeten, op het oogenblik zelf dat ik lees, den 10den Nov. Kunnen zij tegen dien tijd niet gebonden klaar zijn, dan zullen we ons maar met ingenaaide tevreden stellen; als ik ze maar heb, een honderdtal ex. vóór den 9den te Amsterdam, kan dit zijn? - Moet ik de drie ex. voor het stadhuis ook teekenen om recht op de quittantie te hebben?
500 ex. vind ik een heel goed getal, voor Elize Baart zoowel als voor mij, ik zal haar morgen verzoeken u zelve te schrijven over 't omslagje.
Nogmaals dank voor de hulp.
Ook op de boekjes van Elize Baart. ‘Voor rekening van de schrijfster,’ s.v.p.
Mina.