leediging, u aangedaan, terstond terugwerkt op Dek, die tegenover de wereld geen recht heeft u te verdedigen, geen kracht u te rechtvaardigen. Uwe positie is scheef, is valsch, domineert u, in plaats van door u gedomineerd te worden en doodt 't prestige, dat gij volstrekt noodig hebt om u staande te houden tegenover een publiek waarvan ge afhankelijk zijt.
Waarom trouwt gij niet? - Vraag dit eens aan Dek, uit mijn naam. Getrouwd zoudt gij elkaar kunnen steunen, nu vernietigt gij elkander. Zijn vorig huwelijk is toch versleten, verbroken, weg, vooral voor de buitenwereld, die 't een leugen noemt, een masker, enz. Zeg niet: ‘hij kan niet divorceeren om deze of gene reden, hij heeft zus of zoo geschreven’ of iets dergelijks. Zijn leven van nu is een gruwel in 't oog van 't dom publiek, dat hèm vooral alles vergeven kan, behalve dubbelheid. Hij kan, met zijn oprechtheid en zijn streven naar waarheid doen wàt hij wil en zich verantwoorden over alles, maar... dubbelheid?... Ik wou dat hij kracht had in publiek en dat kon hij hebben, dat moest hij hebben. Eerst een divorce, openlijk, zoo bekend gemaakt mogelijk, en daarna een huwelijk met de vrouw die tien jaar lang vrijwillig zijn armoe gedeeld heeft, en dan heeft hij de kracht die hij nu mist, dan kàn hij wat hem nu nie mogelijk is.
Noem mij niet ouderwetsch bevooroordeeld, omdat ik u zóó schrijf, want dat ben ik niet, maar ik voel de onoverkomelijke moeielijkheden, waarmee gij beide te worstelen moet hebben, telkens wanneer gij met de buitenwereld in aanraking komt en iets, wat ook, van het publiek verlangt. Bijv. niets dan dat armzalig théatre-plannetje: Als gij werkt, zal men Dek van laagheid beschuldigen, en werkt hij alleen, dan verwijt men u dat gij zijn vrouw en kinderen het hunne ontneemt. Geloof mij, Miesje, ik weet hoe men over Multatuli denkt en ik gis reeds wat men zeggen zou.
Meen nu niet dat ik ooit met iemand over uwe verhouding spreek, want D. heeft mij verzocht te zwijgen, en ik zwijg - zelfs Papa weet niets meer dan dat er een X. bestaat, die in Wiesbaden woont. Maar de menschen houden Multatuli in 't oog en zijn blij als ze wat boven hun staat naar beneden kunnen halen, omdat zij zelv' te laag staan om zich tot hem op te heffen. - Enfin, ik wou dat jullie getrouwd was, voilà! -
Hoe moet ik aan met Vorstenschool? - Welken kant moet ik uit om de condities te regelen naar den zin van D. als we tot opvoeren komen? Verzoek hem eens mij haarklein op te geven wat hij verlangt, dan zal ik mijn best doen te slagen, selon ses ordres. Ook of gij meespeelt en welke rol? - Als hij hem u leert zoudt gij mogelijk wel met de ‘Louise’ kunnen débuteeren; van mij hebt gij geen rivaliteit te vreezen, mijn eerzucht is maar een middel, geen doel, en ik zou er even trotsch op wezen u