Mej. Hamminck Schepel, Wiesbaden.
Brussel, 5 Juli 1874.
Miesje-lief! hier is 't antwoord van den bestenGa naar voetnoot1 Jan! Ik heb hem verzocht mij de proeven te zenden voor.... en dezelfde reis zullen we het honorarium laten maken, dan komt alles terecht zonder dat hij weten kan wie Héloïse is.
.........................
Wij hebben op 't oogenblik een logéetje, waar ik 't heel, heel druk mee heb, (de bedoelde Hanna) iets kleins dat groot zal worden en mogelijk van den winter reeds ons landje in émotie brengen zal.
Je ‘idée’, dat ik ‘over drie maanden pas kennen mag’, zou ik wel met één vraagje willen beantwoorden; .... hebt gij er aan gedacht dat we met ons ellendig, kleingeestig, achterlijk slangachtig Nederlandje te doen hebben? - Ik geloof dat ik al met uw idée geworsteld heb vóór u, en mijn slotsom is geweest: ‘ja, excellent, maar eerst dit, dan dat veranderd, dit ontmaskerd, dat bespot enz. enz. enz. Heb ik je idée geraden? Biecht eens eerlijk op! In Frankrijk zou niemand er over behoeven te denken, niet waar? Wachten, wachten, wachten, dat is 't eeuwig eentonige antwoord bij ons, en als je niet taai van leven bent, kom je er in 't geheel niet.
Mina.