Mej. Elize Baart. Middelburg.
Brussel 10 Juni 1874.
Elize-lief, schrijf zelf eens aan Kolff, sito, sito, en houd je alsof je in lang niets van Mina Krüseman gehoord hadt. Ik heb hem dit geschreven.
‘Hoe staat 't met 't stukje van Elize Baart, is 't reeds plaatst in Indië? Ik heb 't juist in “Europa” gezien.’
en dit kreeg ik zoo even ten antwoord.
‘Van Elize Baart herinner ik mij niet een stuk ontvangen te hebben.’
Dat niet herinneren houd ik voor geknoei met Revers. Zend hem (Kolff) nu terstond 't overdrukje en schrijf hem, zoo innocent mogelijk, dat je hoopt 't nu spoedig mèt het woordje van aanbeveling weer te zien in zijn indisch blad, stuur hem ook de copy van dat woordje, als wist je niet dat hij 't reeds sedert drie maanden in handen heeft.
Mijn ‘Huwelijk’ hebben ze ook in Indië nagedrukt, tegen mijne uitdrukkelijke weigering in. Ils me le payeront!
Houdt gij u nu dom, révolteer je nog niet, want de wet protégeert dezen diefstal, en gij kunt, door u onnoozel te houden,