Maandag morgen.
Straks komt mijn meester Persichini, een compositeur en zangmeester, die hier tot de bollebozen behoort en reeds verscheiden élèves op de planken heeft gebracht. Ik heb hier twee heele lieve kamers gehuurd op een mooien stand (4me étage) voor fr. 100 in de maand; onze ambassadeur woont au 3me en Cl. Antonelli au 10me geloof ik, schandaliseer u dus niet over mijn 4me s.v.p.!
Rome is heel curieux, maar heel leelijk! Paleizen met ijzeren roosters voor de vensters, net gevangenissen, straten zonder trottoirs en huizen zonder licht! Eenige prachtige pleinen met monumenten en, buiten de stad, eenige lieve tuinen. De kerken zijn rijk, mooi van buiten en van binnen; wat ik anders tot dus verre gezien heb, getuigt van weelde en verval tevens. Het interessante van Rome is eigenlijk den ouderdom van elken steen te weten en den naam van den persoon die hem, bij deze of gene gelegenheid, hier of daar geplaatst of verplaatst heeft! Een Parijzenaar bijv., die niets om romeinsche geschiedenis geeft, moet Rome affreux vinden, oud, vuil, armoedig en somber; maar houdt men van ‘zooveel duizend jaar oud’ en ‘hè!’ te roepen, dan kan men hier zijn hart ophalen aan namen, en cijfers, en jaartallen, en menig kunstgewrocht bewonderen, dat ik liever in Parijs of Brussel zou zien, om 't in wat meer ruimte wat beter te kunnen bekijken!
.........................
Mina.