Mej. Betsy Perk, Valkenburg.
Brussel, 26 October '73
.........................
Multatuli heeft mij verzocht u te zeggen dat hij u schrijven zal, zoodra hij tijd zal hebben om het uitvoerig te doen, daar een klein briefje niet genoeg is en hij 't nu te druk heeft om u een lang épistel te zenden. Ik heb ook maar een kleintje gehad, dus wees maar niet jaloersch, je broêr vergeet je niet! - Gisteren heb ik een bezoek van Nijhoff gehad, heel vriendschappelijk; vivent les gens d'esprit! en van morgen ontving ik een brief van Revers om te zeggen dat Ouida juist aangevraagd was voor de vertaling door Thieme. Arme C.! Al weer te laat! Een paar dagen geleden zag ik Granville in de Tauchnitz edition ook. De wereld zal er dus plotseling onder gebukt gaan, zóó veel de Vignes in eens! Nu, tant mieux! want te veel kan hier niet op toegepast worden.
.........................
De kamers bij de mercière zijn open en als uitzondering voor u te verkrijgen voor denzelfden prijs, mits gij eenige maanden blijft.
.........................
Ik zal je eerdaags schrijven wat Nijhoff hier is komen doen, je zult er meer dan verstomd over staan! (Uitknipsel Uilenspiegel.)
‘Betsy Perk likwideert. Onze Roeping wordt voor afbraak verkocht.’ -
Dàt heb je zeker weer aan een onhandig artikel van je zelve te danken! Waarom niet gezwegen over het overdoen der ‘Roeping’ totdat Mev. van Calcar zelve 't geannonceerd had, als een fait accompli, niet als een wanhoopsdaad van u, maar als een vriendschapsdaad van haar! Och, zult ge dan nooit wijs worden!
Mina.