Den Heer J.P. Revers.
Brussel, 6 Augustus 1873.
Geachte Heer!
Eindelijk is mijn bundeltje gereed voor de pers! De reden waarom ik zoo lang getreuzeld heb, is dat ik nog couranten uit Indië verwachtte, die ik ten laatste ook ontvangen heb.
Hierbij een kontraktje in duplo. Maak u nu niet boos over dat leelijke ding, maar lees het eens kalm na; ik heb er in gezet wat ik u reeds geschreven had, maar waarop gij mij niet positief geantwoord hebt, en verder wat ik in dit oogenblik van vijandschap (koopers en verkoopers toch zijn natuurlijke vijanden) noodig achtte er bij te voegen. Keurt u het goed, zend mij dan s.v.p. een der twee kontr: zoo spoedig mogelijk geteekend terug, dan kom ik a.s. zaturdag den 9den in Dordrecht om u het manuscript te brengen, dat gij alsdan nog weigeren kunt, indien het u niet bevallen mocht.
Ik heb verleden jaar met Nijhoff twee maanden getobd eer ik zoo'n ellendig papiertje machtig kon worden, daarom handel ik nu zoo gedécideerd. Ik hoop dat ook gij niet voor weifelen zijt, dan zullen wij het langer samen uithouden dan ik het met mijn vorigen uitgever heb kunnen doen.
Aanstaanden maandag vertrekken wij naar Duitschland en verder naar Oostenrijk. Wij gaan eerst nu, omdat B.P. kinderachtig bang was voor de cholera, alsof die haar ook hier niet uit zou kunnen vinden!
Is er iets in mijn kontrakt dat u onaanneembaar voorkomt, telegrafeer dan s.v.p. daar wij niet veel tijd tot correspondeeten hebben.
.........................
Mina Krüseman.