Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– AuteursrechtvrijDe Dames H. Valkenburg.
| |
[pagina 259]
| |
‘Au quatrième No. 13,’ riep de concièrge. ‘C'est bien près du ciel, on n'y loge que des anges sans doute!’ Maar 't was geen ange! Een lang, mager, uitgedroogd, verlept wezen, een soort van cadavre, ontving mij, in bed liggende! Ik dacht dat hij half dood was, en trad terug. ‘Mais non, mais non, entrez donc, entrez!’ Hij leefde nog! Ik gaf hem den brief, hij zag mij aan alsof hij mij verslinden wilde, (Ik dacht aan Roodkapje met ‘Grootmoeder, wat heb je groote oogen!’) vroeg mij waar ik van daan kwam en wat ik gedaan had, honderd uit, enfin, en beloofde mij toen een ‘succès fou’ zonder mij gehoord te hebben. ‘Je - vous - trouve - une - femme - charmante! - Vous êtes belle comme un ange et spirituelle comme un démon! Je vous promets de vous faire un succès ici qui ne le cèdera en rien à vos plus beaux triomphes d'Amérique.’ Dàt was Jantje contrarie van Amerika! Neen, het was precies hetzelfde, de speech was maar anders! Waar een Amerikaan, die steelt, zegt: ‘Ik ben een dief’ daar zegt een Franschman: ‘Ik ben een eerlijk man.’ Toute la différence est là. De zaak blijft eender. Ik had dat uitgedroogde wezen de adressen gevraagd van de mannen van de presse aan wie ik kaartjes zenden moest. ‘Demain, had hij geantwoord, je viendrai vous voir pour vous donner tous les renseignements nécessaires.’ Ik had ze liever dadelijk gehad, maar ik kon er niet aan komen, dus maar tot morgen gewacht. En demain?... Om zes uur 's avonds kwam het wezen, dat beginnen wilde met eene embrassade. Ik lachte hem uit, en vertelde hem: ‘Je ne tiens pas à ces enfantillages là!’ ‘Comment? - Mais, c'est que je vous aime, moi!’ ‘L'amour d'un homme! Ça me fait rire aussi! Oh! ne me parlez pas d'amour, s.v.p. car vraiment, je n'y crois pas!’ ‘Comment? Vous n'y croyez pas! Mais c'est que c'est très sérieux, ce que je vous dis là.... Savez-vous pourquoi je tiens à vous embrasser?’ ‘Oui.’ ‘Vous le savez?’ ‘Sans doute. Parce que vous voyez bien que je ne suis pas femme à embrasser tout le monde.’ ‘C'est juste! Donnez-moi la main, vous êtes une femme d'esprit, et je vous ferai un beau succès.’ Zoo gingen wij voort een groot uur lang allerhande apocryphe discoursen voerende, tot dat hij eindelijk met de mooije phrases eindigde que voici: ‘Qu'y puis-je? Je vous admire moi!’ ‘Oh, je ne demande pas tant! L'admiration, je la demande au public, ici chez moi, je ne sais qu'en faire.’ ‘Et à moi donc, que me demandez-vous à moi? Après avoir repoussé mon amour et mon admiration, que vous faut-il de moi?’ | |
[pagina 260]
| |
‘A vous, je ne demande que le respect.’ ‘Ha, ha, ha! Le respect! Je vous aime et je vous admire, mais je ne vous respecterai pas! Je me range donc du côté du public!’ ‘Libre à vous, Monsieur, seulement le public n'est pas admis chez moi!’ Ik wees hem heel vriendelijk de deur en daar verdween Mijnheer! Ik dacht dat hij weg was, daar kwam hij terug.Ga naar voetnoot1 ‘C'est égal vous êtes une créature charmante, et je ne voudrais pas vous nuire.’ ‘Tiens, je vous croyais parti!’ ‘Non, voyons, soyons amis, n'oubliez pas que si je ne suis pas pour vous je serai contre vous. Si vous me repoussez comme ami, je deviendrai votre ennemi peut être...’ ‘Il y a des ennemis, dont une femme comme moi a le droit d'être fière; je ne sais pas si vous êtes de ceux là.’ ‘Je puis vous faire beaucoup de tort.... si j'écrivais un article contre vous, que feriez-vous?’ ‘Je dirais le lendemain dans le même journal la raison pour-quoi vous auriez écrit contre moi.’ ‘Vous n'oseriez pas!’ ‘J'ose tout.’ ‘Ah, bah!’ Zijne slechte oogen werden onverstandig groot. ‘C'est égal, vous êtes une femme extraordinaire. Je reviendrai mardi prochain pour lire votre lettre à A. Dumas, et je vous dirai ce que j'en penserai, avant que le public la jugera, et puis nous nous arrangerons et nous serons amis!’ ‘Adieu.’ ‘Au revoir!’ Hij ging. En toen Mardi kwam, zat ik om zeven uur 's morgens op den trein naar Brussel, en ontving hij een paar uur later dit briefje: Monsieur, | |
[pagina 261]
| |
un ennemi, mais dans l'un et l'autre cas je vous offre ma reconnaissance pour le bien ou pour le mal que vous me ferez. Ofschoon hij het briefje ontvangen had, zoo is hij dien avond nog in het hôtel geweest om mij op te zoeken en was hij zoo verdrietig en kwaad over mijn vertrek, dat de menschen uit het hôtel er om gelagchen en het mij geschreven hebben! ‘En hoe hebt gij het gemaakt met de zaal?’ zult gij zeker vragen. Wel, zeer goed. Ik ben dadelijk, den morgen na mijn gekibbel, naar mijn correspondent en naar de Salle Hertz gegaan om te zeggen dat ik met één der hoofdcritiques gekibbeld had, en hem de deur uit had gezet, omdat hij mij dingen gezegd had welke mij niet aanstonden, hetgeen mij natuurlijk het geven van concerten onmogelijk maakte. Hertz wees mij op het groote boek, waarin ik zelve geteekend had: ‘Retenu la salle pour le *** au prix de fr. 300.’ ‘Je le sais. Aussi, je ne vous fais pas d'observations du tout, seulement, comme vous voyez que je suis obligée de renoncer à donner ce concert, je croyais qu'il vous suffirait de me faire payer une petite indemnité, sans exiger le prix entier, pour une salle que je n'aurais pas eue’. ‘Mais vous avez signé pour fr. 300, et j'ai le droit de vous faire payer cette somme.’ ‘La voici.’ Tegen zoo'n eerlijkheid was de man toch niet bestand en mij mijn geld terug gevende, zeide hij: ‘On peut se tromper, Madame. Vous êtes étrangère, et je ne m'étonne nullement que vous soyez tombée entre les mains de gens qui ne valent rien; il ne faut pas pour cela nous croire tous de même! Si vous reviendrez à Paris, venez nous payerGa naar voetnoot1 notre salle alors, quand elle vous servira.’ Dat was toch al heel mooi! niet waar? En nu een Cabel-historie, die u zeker allen de handen in elkaar zal doen slaan van verbazing en indignatie. Den dag na mijne aankomst, ben ik dadelijk alle oude kennissen op gaan zoeken, waaronder ook Cabel was. Hij was niet in den cours, maar A. was er, en alle élèves au complet, poes en poes mooi, in de blijde verwachting van Gevaart en toebehooren, die examinéren kwamen. Cabel was uit om ze af te halen. En attendant heb ik eenige élèves gehoord, waaronder ook de Chastel, die den duo uit den Propheet zong, met ik weet niet wie; niet mixte. | |
[pagina 262]
| |
Toen hij met zijn jury verscheen, heb ik hem goeden dag gezegd en ben ik verdwenen. Na dien tijd heb ik hem niet weer gezien vóór een dag of acht geleden. Het was bij het Parc, ik kwam van eene amerikaansche familie af en hij ging naar den Passage met A. Mlle Chastel en nog een meisje. Zij liepen op den trottoir aan den eenen kant van den weg, ik aan den anderen. Ik zag ze, maar deed alsof ik ze niet zag en stapte ze voorbij. Dat bemerkende, lieten de beide heeren natuurlijk hunne dames in den steek, en kwamen zij naar mij over vliegen. ‘Comment Mlle Mina!’ riep Cabel, ‘vous ne nous connaissez donc plus!’ ‘J'ai eu tout le temps de vous oublier, je pense!’ ‘Non,.. mais voyons... quand donc vous trouve-t-on chez vous?’ ‘Ne dirait-on pas qu'il est venu vingt fois pour rien, pour avoir le droit de parler ainsi? Essayez, et venez, vous me trouverez quand j'y serai.’ ‘Et pourquoi avez-vous envoyé votre brochure à ma belle soeur, sans m'en envoyer une à moi?’ ‘Depuis quand envoit-on des brochures aux morts? Moi, je vous ai si bien cru mort et j'en ai si bien fait mon deuil, que j'ai repris mes leçons avec Steveniers pour le temps que je resterai ici.’ ‘Vous avez bien fait, mon enfant.... mais dites donc, quand pourrai-je vous voir?.... Nous avons tant à nous dire!.....’ ‘Oui? - Je n'ai rien à dire moi, absolument rien.’ ‘Mais... c'est que mon frère veut aller en Amérique aussi....’ ‘Ah! Voilà une autre question! Je vous donnerai tous les renseignements qui peuvent vous être utiles alors.’ ‘Y êtes-vous demain? nous viendrons vous rendre visite, le soir?’ ‘J'y serai.’ Hij vertelde mij dat hij mij drie keer geschreven had, en verzekerde mij van allerhande soorten van amitié, welke natuurlijk enkel daarop neerkwamen dat A. mij noodig had. ‘Mais voyons, mon enfant, vous n'êtes pas gentille!’ ‘Je n'ai jamais tenu à l'être! Vous le savez bien!’ ‘Mais vous doutez donc de mon amitié?’ ‘Non. Pour douter il faut croire, et je n'y crois pas.’ Die arme stakkert van een AlfredGa naar voetnoot1 met zijne prachtstem moet nu, na zóó veel studie, en na al zijne rollen geleerd te hebben, nog naar Amerika gaan om zijn fortuin in concerten te zoeken. ‘Des cafés chantant, si je ne saurai pas gagner de l'argent autrement!’ - Ik heb in Amerika bijna even hard gestudeerd om het mixte | |
[pagina 263]
| |
zingen te vergeten, als ik met Cabel getobd heb om het te leeren! En, nu mijne stem, om zoo te zeggen, weer geheel in order is, durf ik geen van mijne gecabelliseerde rollen meer te zingen, daar dan dat afschuwelijke mixte uit gewoonte weer den boventoon verkrijgt! Ga naar voetnoot1Verbeeld u dat A. na eerst zijne rollen in het fransch geleerd te hebben, ze nu in het italiaansch heeft gestudeerd en, per slot van rekening, ze in het geheel niet zingen gaat! Où allons-nous avec des professeurs pareils! Cabel die zelf zegt, dat hij de presse laat schrijven wat hem goed dunkt, en dan een broêr met zulk een prachtstem niet te kunnen laten réusséren in Europa! C'est fort! Hij was dien avond hier natuurlijk charmant; en in ééne verstomming over mijne indépendance zoowel als over mijn réusséren, twee dingen welke hij maar niet overéén scheen te kunnen brengen. Ça prouve pour les honnêtes gens!! Zijne vriendelijkheid ging zelfs zóó ver dat ik eenige brieven over Amerika moest schrijven, welke hij in de ‘Guide’ zoude laten opnemen; enz. enz. Eerst moet zijn broer réusséren, vóór dien tijd geloof ik aan niets; al die woorden-protectie helpt een mensch toch maar van den wal in de sloot. Toen hij mij helpen kon heeft hij het niet gedaan, en nu hij ziet dat ik hem niet meer noodig heb, komt hij met zijne protectie aan! Comme c'est bien le monde! J'en ai ri! .........................
Mina. |
|