zinnig zelfs. Mijn lessen zijn sedert ruim een halve maand begonnen. Mijn meester Cabel, dezelfde die mijn portret gestolen heeft, is vol courage, en heeft mij om te beginnen de Trouvère gegeven.
.........................
Ik ben nu nog te kort bij hem om over alles te kunnen oordeelen, maar, voor zoo ver ik weet, heeft hij gelukkig geen systema in lijnrechte oppositie met dat van Steveniers, zoo dat ik ten minste niet van voren af aan heb behoeven te beginnen; maar eenvoudig voort heb kunnen gaan. Elken dag heb ik een half uur les, alleen in een cabinetje met Cabel en een accompagneurtje, een soort van een zwart, langharig joodje, dat mij dol amuseert,
| |
sans s'en douter le moins du monde. Dat mannetje is jaloersch van Cabel, en deelt, als deze een oogenblik weggeroepen wordt, allerhande hoogwijze lessen uit, waarvan ik natuurlijk geen tijd heb te profitéren vóór de terugkomst van C. die dadelijk vraagt: ‘Qu' y a t-il? - Qu' est-ce? - De quoi s'agit-il? - Waarop wij dan geen van beiden antwoorden, tot groote ergernis van den meester, die eindelijk heel kortaf zegt: ‘Eh bien, si c'est un secret, jouez alors.’
.........................
Mina.
|
-
voetnoot1
- Toen ik bezit van mijn quartier kwam nemen, had ik mijn kamenier in het hôtel achter gelaten, om nog het een en ander op te redderen en in te pakken, en was ik met een vigilante, beladen met koffers en doozen, alleen vooruit gereden naar mijn nieuwe woning. Ik vond één van mijn kamers open en geheel in order, volgens afspraak; de tweede kamer was afgesloten. Ik schelde en verzocht den knecht mij den sleutel te brengen van die tweede kamer.
‘C'est que.... voyez-vous... Madame ne vous a donc pas dit?.. c'est.....’
‘Veuillez prier Madame de monter un instant.’
Madame verscheen even stotterend, als de knecht verdwenen was. ‘C'est que..... voyez-vous.. c'est que.. la clef..... nous n'avons pas la clef!’
‘Comment! Vous n'avez pas la clef! Mais il faut bien, si je loue un quartier, que je puisse y entrer pourtant!’
‘Oui, Madame, sans doute, sans doute; aussi...... Je vais en attendant faire monter les malles de Madame, alors......’
‘Non, non, la clef avant tout!’
‘Mais vous aurez la clef! Je vous le jure! vous l'aurez! seulement...’
‘Seulement, je veux l'avoir tout de suite ou je pars. Tenez, voici votre contract de retour, veuillez avoir l'obligeance de me remettre mon argent.’
Madame ging heen. Er volgde een vreeselijk gestommel in een gangetje naast me, en eenige oogenblikken later werd de deur geopend van den anderen kant en kon ik bezit nemen van mijn tweede kamer. Ik liet mijn bagage afladen en boven brengen en zond de vigilante naar het hôtel terug, om mijn kamenier met het overige goed te halen. Al wachtende installeerde ik me op een koffer en begon aan mijn déjeuner, dat uit een broodje met ham en een glas wijn bestond. Ten hoogste ingenomen met mijn nieuw appartementje, zat ik in mijn eigen te lachen over de verwarring die er nu heerschte en was ik juist bezig mij zelve te vergelijken bij de ‘Dood op de ruïnen van Athène’, toen op eens de deur openvloog en een jong mensch binnen stoof, met een vaart alsof hij over dood en ruïnen heen wou snellen!
Mijn verbazing maakte mij aan 't lachen, de zijne deed hem zijn hoed afnemen en maakte hem stom! Hij zag me aan alsof hij me rekenschap wilde vragen van mijn dáár zijn, maar een dito blik met een dito vraag als de zijne ontmoetende, sloeg hij de oogen neêr, en riep hij eindelijk met ingehouden woede:
‘Madame!...’
‘Monsieur?’
‘Comment se fait-il?...’
‘Oui, comment se fait il?...’
‘Que je vous trouve ici, chez moi?’
‘Oui, que vous entrez ainsi chez moi?’
‘Chez vous?... non, chez moi!’
‘Chez vous?... mais non, chez moi!’
‘Mais Madame! Cette chambre est la mienne! Je vous le jure! tenez voilà....’
Hij maakte een kast open, maar vond hem leeg, toen nam hij een sleutel uit zijn zak, opende de middendeur, die madame weer dicht had gedaan, stoof de andere kamer binnen, sprong daar in de rondte, alsof hij alles tegelijk wilde nazien, en eindigde met plotseling te calmeeren en mij heel beleefd te vragen of ik hem eindelijk wilde zeggen wat die mystificatie beteekende.
‘Je n'en sais pas plus loin que vous!’ gaf ik hem lachend ten antwoord, ‘mais peut-être vous comprendrez comme moi que nous sommes dupes l'un et l'autre..... tenez, lisez ceci.’ Ik gaf hem mijn contraktje, dat hem eindelijk uit den droom hielp, en hem dadelijk verklaarde, dat men zijn kwartier verhuurd had, terwijl hij op reis was, omdat men er op gerekend had dat hij nog in lang niet zou terugkomen!
Net kwam mijn kamenier met de overige bagage.
‘Laissez les malles sur la voiture! Nous allons retourner à l'hôtel!’ riep ik haar lachend toe. ‘C'est le quartier de Monsieur que.....’
‘Pardon Madame, je suis chez vous en ce moment; je vous prie de me pardonner ma conduite un peu.... brusque! et de ne pas m'en vouloir de vous avoir dérangé d'une façon aussi etrange!’
Wij gaven elkaar de hand en namen als oude kennissen afscheid. Daarop is een hevige scène gevolgd met madame, en na dien tijd heb ik nooit meer iets van mijn mede-locataire gehoord.
|