Mevrouw v.N.
Brussel, 30 Augustus '66.
.........................
Jenny maakt het tegenwoordig gelukkig goed, malgré de vele drukten en onaangenaamheden aan haar vertrek verbonden. Zij is een veertien dagen in den Haag, Haarlem en Zwolle geweest om afscheid van de familie te nemen en te huis komende dadelijk met grooten ijver aan het paardrijden gegaan. Verbeeld u hoe prettig voor Fi en mij, wij moesten mede naar de manège om te zien hoe dapper zij reed! Maar het duurde niet lang of dat kijken veranderde in mee doen, en nu stappen wij, door al die drukte heen, nog bijna dagelijks naar de manège om paard te rijden. De piqueur weet, geloof ik, nog niet regt hoe hij het eigenlijk met ons heeft, daar hij ons gedurig vraagt of wij wel inderdaad nooit gereden hebben? Of wij werkelijk nergens bang voor zijn? Dan of wij ons maar dapper houden? enz. enz. De goede man heeft weinig idée van onze indische kattenaard en