Voorrede
De schrijver van dit boek is van mening dat enig inzicht in taal voor leken gewenst is; hoofddoel is daarom de allesbeheersende betekenis van taal voor individu en gemeenschap uiteen te zetten. De taalgeschiedenis komt hier niet aan de orde: die heeft voor de niet-vakman geringe waarde, en moet bij beperking tot één taal onvermijdelik het karakter hebben van kuriositeiten. Ook de spellingkwestie, die, trots de beslissing in beginsel van 1934, nog steeds tal van geesten bezig houdt, wordt hier alleen terloops vermeld; in de eerste plaats omdat de regeling van 1934 aan de onrust in de scholen voorgoed een eind heeft gemaakt, en daarbuiten onvermijdelik zal doordringen, maar voornamelik omdat het geschil een sociale grond heeft, zoals in een door niemand bestreden artikel in de Socialistische Gids van Desember 1935 is aangetoond.