14. Over het nut van neuroses, het genezen van neuroses en het onnut van genezen neuroses
Van een schrijver met een haartje aan zijn pen zullen alle letters die hij ermee schrijft, in zijn manuscript, de sporen van dat haartje vertonen. Een typmachine waarvan bijvoorbeeld de e wat hoog uitvalt, zal een tekst leveren waarvan alle e's hoger staan. Van een produktiemechanisme dat een afwijking heeft, zullen alle produkten een afwijking vertonen, dezelfde afwijking, en als die produkten niet gelijk zijn, bijvoorbeeld de zinnen van een boek, dan zullen ze een wat genoemd wordt, systematische afwijking laten zien.
Een schrijver die systematisch afwijkt van de gangbare schrijftaal geeft aan alles wat hij schrijft zijn stempel mee. Dat stempel noemen we: zijn stijl. Een schrijver wiens ideeen systematisch afwijken van de gangbare ideeën - zo'n afwijking noemen we: zijn neurose.
Een schrijver die er prijs op stelt zich te onderscheiden van zijn collega's, moet een stijl hebben, en een neurose. Een en ander houdt met elkaar verband natuurlijk, maar hoe dat verband eruit ziet, weet niet iedereen.
De constructie is eenvoudig. In de vorige paragraaf werd uitgelegd dat een schrijver, als hij een bepaalde geschiedenis beschrijft, zich in die geschiedenis moet inleven en dat 'm dat alleen lukt als hij een soortgelijke geschiedenis zelf al 's eerder beleefd heeft. Ik vergeleek beide activiteiten, beleving en inleving, de invloed die ze op elkaar uitoefenen, met het inductiebegrip uit de elektriciteitsleer: de ene stroom wekt, door te beginnen, of te stoppen, de andere op. Het zijn ver-