De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels
(1981)–Gerrit Krol– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
4. Waarom een schrijver boven zijn werk in slaap vallen kanEr is een tijd geweest dat ik dagen vulde met het opschrijven van mijn dromen en, verrast door de kleurige, onverwachte en absurde gebeurtenissen die daar op het papier stonden, dacht dat dat literatuur was. Achttien was ik. Ik was nog geen negentien toen ik al wist wat er mis is met dit soort literatuur: het is niet bestendig. Met de herinnering aan de dromen verdwijnt ook elke affiniteit met de beschrijving ervan: heb ik dát geschreven? Veel schrijvers beginnen zo. We weten hoe zo'n carrière verder loopt: een tijdje niet schrijven, een tijdje wennen aan het leven van alledag, alsof men voor het eerst, na twintig jaar, wakker wordt en dan begint het harde, moeizame gepruts aan de zinnetjes, de ‘worsteling met de materie’, men is in business, maar veel zaaks is het nog niet. Geploeter met dialoogzinnetjes waarvan de schrijver niet weet of hij er telkens, ‘zei hij’ achter moet zetten of niet. Duidelijk verzonnen verhalen want wat heeft hij meegemaakt, niets. Het genre is nog vervelender dan de dromen voornoemd en veel perspectief zit er ook niet in. Menig aspirant-schrijver houdt dan op. Is dit de goede schrijver? Er zijn schrijvers die al deze moeilijkheden niet kennen omdat ze heel vlot zijn begonnen, met het kopiëren van andere, reeds beroemde schrijvers, een glorieus begin, een vliegende start. Edoch: ook zeer vervelend is dit soort literatuur. Alle literatuur die geschreven wordt naar voorbeeld van andere literatuur is vervelend, per definitie, want | |
[pagina 16]
| |
literatuur is toch al niet het meest opwindende bedrijf in de wereld en dan moet je het nog gaan zitten naäpen ook.Ga naar eind2 Goed, als je dat dan ontdekt hebt: dat je je eigen manuscripten niet meer inkijkt en dat je, ergo, nog steeds een slechte schrijver bent, dan gooi je het roer om en dan ga je de originele schrijver uithangen. En omdat je niet precies weet wat je origine is, stel je een beginselprogramma op, een manifest, richtlijnen die je nodig hebt omdat je jezelf niet richten kunt, maar dat zul je nooit toegeven natuurlijk, je zult beweren dat je die richtlijnen hebt geschreven voor anderen. Ook zeer vervelend. Want laten we wel wezen: de onderneming om de mensen te winnen voor je originaliteit is net zo tot mislukken gedoemd als het voornemen van iemand om grappig te zijn. Het enige advies dat je iemand die grappig probeert te zijn kunt geven is: ophouden. Is schrijven gezond? Schrijven doe je meestal zittend. Na dertig jaar, terwijl hij nog steeds niet van ophouden weet en nog steeds niet weet wat voor snuiter hij is, c.q. vlees hij in de kuip heeft - de schrijver zit nog steeds te schrijven dus - is er een geduchte spierverslapping ingetreden. Hij is allang uitgeschreven en toch pent hij maar door. Is dat de goede schrijver? Een goede schrijver is herkenbaar daaraan dat hij bij zijn volle verstand, met alle zeilen bij, gelijk een koe die een haas vangt, naar de lucht zit te kijken en denkt: waarover zal ik 't eens hebben vandaag. Een goede schrijver heeft nogal 's last van slapeloze nachten. Zijn geweten spreekt, hij heeft niet hard genoeg gewerkt vandaag, hij heeft genoten van het leven en de aarde en die daarop wonen heeft hij liefgehad en nu heeft hij, in zijn bed woelend, spijt dat hij niet meer geschreven heeft vandaag. Geen goede schrijver overigens zal deze gelegenheid - al die stille, nachtelijke uren - aangrijpen om zijn woelende gedachten vast te leggen; dat zal hij niet doen, want dan is hij weer net zo ver als toen hij achttien was. Een schrijver heeft geen gedachten voor hij met een | |
[pagina 17]
| |
pen in zijn hand zit. Daarom: hij zal geduldig wachten tot het dag is, opstaan, weten dat hij gezondigd heeft (gisteren niet geschreven), en vandaag met een ijzeren plichtsbetrachting aan het werk gaan; met de pen in de hand wachten tot de eerste gedachten komen en boven dat papier zal hij nogal 's in slaap vallen. Een kronkelig spoor aanschouwt hij bij het wakker worden: de weg die zijn pen gevolgd heeft. |
|