dan voegde ik daar aan toe wat me op dat ogenblik te binnen schoot: onvrede, geen toekomst, of wel een toekomst maar dan beslist ergens anders. Natuurlijk lag het nu voor de hand meteen naar Nederland te verdwijnen.
Maar wij verdwenen niet. We werden in de kleurige straten van Willemstad in die paar weken bekende figuren. De winkeliers, in hun deuropening, groetten ons. Ook waren we nogal eens te vinden in het casino, waar we het systeem van Fiango probeerden toe te passen, maar de rapheid van de croupiers met hun harkjes werkte ons op de zenuwen, zodat we liever op Fort Nassau zaten en uit de hoogte de manoeuvres van de olietankers gadesloegen.
‘Naar Nederland? Wat moet ik er doen. Een goede huisknecht is er niet meer te krijgen...’
Deze man woonde dus niet in Nederland, maar in een kleine villa achter Marie Pompoen samen met een meisje uit Trinidad, dat hij, zoals ik eens mocht meemaken, voor de diverse gangen van het diner waaraan ik mede aanzat, dirigeerde met een zilveren bel.
Het grappige was dat het geld dat wij gespaard hadden, via de destijds bekende ios geïnvesteerd in een aantal pas ontdekte olievelden in Alaska, van de ene dag op de andere zo'n 80% in waarde daalde, terwijl het me bovendien niet lukte het resterende gedeelte in handen te krijgen, omdat dit was ‘vastgezet’.
Bepaalde zaken die voorheen in een handomdraai geregeld werden, waren nu opeens heel moeilijk geworden: er moest getelegrafeerd worden naar Nederland en Zwitserland en al die tijd zat ik in een leren fauteuil in tijdschriften te bladeren, een zenuwslopende toestand die er mee eindigde dat ik door de chef zelf kreeg uitgelegd wat er met mijn geld aan de andere kant van de oceaan aan de hand was en hij me met een verontschuldigend lachje naar