Prettig omgaan met jongeren
(2013)–Ismene Krishnadath– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De toekomstVoor elke jongere komt er eens een einde aan de schooljaren. Dan is het tijd om een baan te zoeken. Dit is een heel belangrijke stap naar het volwassen leven. Voor de meeste volwassenen (zeker voor mannen, maar ook voor veel vrouwen) is het werk een belangrijk deel van hun leven. Ze besteden een groot deel van de doordeweekse dagen aan hun baan. Dit gaat door tot het pensioen. Voor het eigen levensgeluk is het belangrijk dat mensen een baan zoeken die bij ze past. Een baan waar ze zich lekker in voelen. Een baan levert ook een inkomen op waarmee ze zichzelf en de mensen die van hen afhankelijk zijn verzorgen. We weten allemaal dat geld niet gelukkig maakt, maar we weten ook dat geld het leven een stuk makkelijker maakt.
De school en de toekomstige werkkring hebben veel met elkaar te maken. Hoe hoger de opleiding, hoe meer kans op een goede werkkring. Alle vervolgopleidingen stellen bepaalde eisen. Al direct na de lagere school wordt dit duidelijk. Als je bijvoorbeeld arts wil worden, moet je geslaagd zijn voor het mulo-onderwijs. Als de jongere na de lagere school verder gaat in het onderwijssysteem, zal hij steeds vaker bepaalde keuzes moeten maken. Op de mulo moet bijvoorbeeld de keuze tussen de A- en de B-richting gemaakt worden. Op de middelbare school zijn er diverse richtingen en vakkenpakketten waaruit gekozen moet worden. Elke keuze duwt de jongere in de richting van een bepaalde beroepensector.
Het is dus belangrijk dat jongeren al vroeg nadenken over wat zij later willen worden. Shaina (16 jaar, mulo): Als jongeren nog niet weten wat ze later willen worden, kunnen ouders hen helpen met hun studiekeuze. Ouders moeten hun kinderen de kans geven hun interesses en talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Hierbij gaat het niet alleen om artistieke talenten, maar om talenten op elk gebied. Het is goed mogelijk dat de jongeren wisselende interesses hebben. Het ene ogenblik kunnen ze bijvoorbeeld enthousiast raken over een vrijwilligersclub, na enkele weken zijn ze erop uitgekeken en willen ze een sport gaan beoefenen. Dit is een natuurlijk proces. Het maakt onderdeel uit van het zoeken naar eigen interesses en talenten.
Verder bestaan er beroepskeuzetesten. Informatie hierover is te vinden op het internet en bij psychologische bureaus. Sommige testen kosten geld, andere zijn gratis. De test laat zien welk soort beroep het beste past bij de persoonlijkheid van de jongere.
Als jongeren wel een idee hebben wat ze willen worden, is het goed als de ouders onderzoeken welke vooropleidingen nodig zijn om voor dit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beroep te studeren. Dit kan bij de beroepsopleidingen zelf. De meeste beroepsopleidingen hebben open dagen of doen mee met informatiebeurzen. Het is goed als de jongere de beurzen bezoekt, om zo zijn mogelijkheden te ontdekken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De schoolHet grootste deel van de jongeren in Suriname zit op school. Studeren is hun hoofdbezigheid. Jongeren beseffen dat de school belangrijk is voor hun toekomst. Deldrey, 14 jaar, lbgo/mulo-leerlinge: Toch hebben veel jongeren moeite met de school. Elk jaar blijft in Suriname 25 - 50 % van de jongeren zitten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Studieproblemen bij jongerenEen van de oorzaken hiervan heeft te maken met de hersenontwikkeling in de adolescentiefase. In de voorste hersenhelft rijpen de vermogens tot abstract denken en logisch redeneren, organiseren, plannen en vooruitkijken. Dit neemt enkele jaren in beslag. De jongere is dus niet vanzelf in staat een goede studieplanning te maken en zich gedisciplineerd hieraan te houden. Ouders en leerkrachten moeten aandacht hebben voor de volgende problemen bij jongeren:
Met een goede begeleiding kunnen jonge mensen bovenstaande problemen zeker overwinnen. Het is zelfs zo dat ze in deze fase van hun leven extra gevoelig zijn voor het ontwikkelen van organisatorische vaardigheden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jonge mensen moeten dus de kans krijgen mee te helpen organiseren en plannen, mee te denken en mee te discussiëren over beslissingen. Op die manier ontwikkelen ze belangrijke organisatorische vaardigheden. De gevoeligheid hiervoor neemt af na de adolescentie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tips voor oudersOuders kunnen belangrijke ondersteuning geven bij de studie.
Oudertip 1 Zorg ervoor dat uw kind goed eet. In het eerste deel van dit boek is al aangegeven dat goed eten belangrijk is voor de adolescent omdat die veel groeit. Goed eten is ook belangrijk voor de studie. Studeren is hersenactiviteit. Hersenen gebruiken veel energie. Een gezonde snack of een gezond drankje tijdens het studeren geeft de hersenen nieuwe energie. Bij intensieve studie is het belangrijk om elk uur een korte pauze te nemen. Dan kan het kind zich uitrekken en iets eten.
Oudertip 2 Zorg ervoor dat uw kind een rustige plek heeft waar het kan studeren. Een plek zonder televisie. Een plek waar het kind niet gestoord wordt door andere gezinsleden. Een plek waar de vaste studiespullen - schooltas, boeken, schriften, potloden en pennen gezet worden. Geef het kind de gelegenheid er een persoonlijk plekje van te maken. Dat kan als het kind ook andere persoonlijke spullen in de studieboek mag plaatsen. Bijvoorbeeld: een eigen stoel en tafel, posters, foto's, snuisterijen.
Oudertip 3 Help uw kind om een studieplanning te maken. De jongere moet een studieregelmaat opbouwen. Liever door de week elke dag één tot twee uur studeren, dan een hele dag in het weekend. Laat de jongere elke week een studierooster ophangen op een duidelijk zichtbare plaats. Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van de data waarop repetities, tentamens en examens gemaakt moeten worden. Laat de jongere een leuke agenda kopen om de studie te plannen. Tegenwoordig zijn er ook digitale agenda's. Jongeren zijn dol op moderne snufjes.
Oudertip 4 Bied hulp aan om te overhoren. Bied hulp aan om de jongere naar de bibliotheek te rijden of naar andere plaatsen waar het voor studie naar toe moet. Dring uzelf niet op. Als het kind zelfstandig wil handelen, moet u het kind zijn gang laten gaan.
Oudertip 5 Leer het kind verantwoordelijkheid te dragen. Dit kan als u het kind betrekt bij de organisatie van familieactiviteiten. Begin met kleine taken, die het kind makkelijk aankan. Ga geleidelijk over naar moeilijkere taken.
Oudertip 6 Help uw kind om plannen in kleine stappen uit te voeren. Als het kind grotere taken krijgt, moet u samen met het kind een draaiboek maken. De taak wordt in kleinere taken opgesplitst. Bij elke taak komt een datum te staan wanneer deze af moet zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Draaiboek. ‘versieren feestruimte’Opdrachtgever: Ouders Taak: Anjeni (14) en Neville (16) moeten de feestruimte versieren en weer opruimen. Het feestje is voor hun zusje die op zaterdag 22 mei 10 jaar wordt.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oudertip 7 Leer het kind prioriteiten stellen. Laat de jongere zoveel mogelijk eigen keuzen maken. Praat met de jongeren over de voor- en nadelen van bepaalde keuzen. Wat is nu belangrijk? Wat kan later ook nog?
Oudertip 8 Beloon de jongere voor goede studieresultaten. Dit kan met complimentjes, met wat geld, met een uitje of een cadeautje. Praat met het kind als het onvoldoendes haalt. Probeer samen met het kind na te gaan, wat de oorzaak van de onvoldoendes kan zijn. Praat ook met de leerkracht als het kind regelmatig slecht werkt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tips voor leerkrachtenHet is het dagelijks werk van leerkrachten om jongeren te begeleiden bij hun studie. Hiervoor hebben zij een jarenlange opleiding gevolgd. Toch zijn de volgende tips handig.
Leerkrachttip 1 Probeer een goede band op te bouwen met de leerlingen. Dit kan door regelmatig een praatje te maken met individuele leerlingen. Praat niet alleen met vlotte leerlingen, maar ook met de rustige en teruggetrokken leerlingen.
Leerkrachttip 2 Verdiep u in de interesses van de leerlingen. U kunt hier veel over te weten komen als u met de leerlingen praat. Probeer uw leerstof in verband te brengen met de interesses van de leerlingen. Er is veel vakliteratuur over leuke didactische werkvormen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prioriteiten stellenHet is zondagmiddag. John heeft maandag wiskunderepetitie. Hij is zwak in een bepaald soort sommen en moet nog oefenen. Zijn nicht Rashidi is zondag jarig en heeft een feestje. John vraagt zijn ouders of hij naar het feestje mag gaan.
Zijn moeder vraagt hem:
John mag zelf kiezen wat hij doet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leerkrachttip 3 Besteed aandacht aan studievaardigheden. Leerlingen moeten niet alleen weten WAT ze moeten bestuderen. Ze moeten ook weten HOE ze de leerstof moeten bestuderen.
Leerkrachttip 4 Controleer regelmatig of de leerlingen de leerstof hebben begrepen. Dit kan door vragen stellen in de klas, maar ook door oefenrepetities. Besteed extra aandacht aan leerlingen die slecht presteren. Probeer te achterhalen wat de oorzaak is van hun slechte prestaties. Het kunnen leerproblemen zijn, maar ook persoonlijke problemen of gebrek aan studiediscipline. Elke oorzaak heeft een andere aanpak nodig.
Leerkrachttip 5 Doe mee met schoolfeesten en sportactiviteiten. Als u de leiding heeft, moet u altijd leerlingen betrekken bij de organisatie. Let erop dat u de jongeren niet alleen gebruikt als sjouwers en bedienden. Geef hen ook inspraak en verantwoordelijkheid.
Leerkrachttip 6 Let op de sfeer in de klas. Besteed aandacht aan leerlingen die zich niet prettig lijken te voelen in de klas.
Leerkrachttip 7 Discipline is belangrijk, maar nog belangrijker is dat jongeren begrijpen waarom bepaalde regels nodig zijn. Als u straft, leg dan ook uit waarom u straft. Wees daarbij rechtvaardig. Recht voor één is recht voor allen. Luister ook naar protesten van leerlingen en probeer niet altijd op uw strepen te staan.
Leerkrachttip 8 Elke leerling is uniek. Elke jongere wil er zo leuk mogelijk uitzien. Geniet ervan als ze wat kleur brengen in het saaie schooluiterlijk. Relax als ze soms een beetje te opvallende accessoires kiezen.
Leerkrachttip 10 Wees heel gul met complimenten als leerlingen zich inzetten en zich prettig gedragen. Wees ook heel gul met complimenten als leerlingen goed presteren. Geniet er vooral van als uw leerlingen zich prettig voelen op school. |
|