haar zijn gaan zoeken, vinden de stervende gierenkoning.
J: Prins Rama, er is iets vreselijks gebeurd.
R: Vermoei je niet met praten. Ik ga hulp halen. Spaar je krachten.
J: Neen, ik moet doorgaan met praten. Ik zat op mijn nest hoog op de berg toen de strijdwagen van koning Ravana voorbij vloog. Ik zag tot mijn schrik prinses Sita in de wagen. Ze wilde uit de wagen springen. Ik vloog erop af om haar te redden, maar helaas kon ik niet tegen de monsterkoning op. Ik zal niet lang meer leven. Maar ik ben gerust nu, want ik weet dat u haar zal redden.
V: Gierenkoning Jatayus sterft. Prins Rama en prins Lakshmana cremeren hem. Ze lopen daarna haastig verder in de richting van het zuiden.
R: We moeten hulp zoeken Laksh. Met ons tweeën kunnen we het leger van Ravana niet aan. Bovendien, hoe komen we op het eiland, waar hij zijn paleis heeft. We hebben geen boten.
L: Ik weet wie ons kan helpen. De apenkoning Sugriva is altijd al een vijand van Ravana geweest. Laten we naar hem toe gaan.
A: Zo zo, luister eens wie zich vandaag bij mijn hof hebben aangemeld. Prins Rama en prins Lakshmana! Ze hebben audiëntie aangevraagd. Wat een gewichtigheid van ze. Audiëntie.... Ze zijn zeker hulp komen zoeken om prinses Sita te redden.
V: De broers lopen de ontvangstruimte binnen. De koning zit op zijn troon.
A: Wat hoor ik nu? Jullie hebben audiëntie aangevraagd? Sinds wanneer doen jullie zo formeel. Kom verder, have a seat. Wat willen jullie drinken? Thee, koffie, gemberbier, orange juice, sorry, sinaasappelsap?
R: Majesteit, prinses Sita is ontvoerd door de slechte koning Ravana. Tot nu toe heeft niemand hem kunnen verslaan. Misschien lukt het met de hulp van uw