Les 1 Jasir, de Trio
Inheemsen zijn de oorspronkelijke bewoners van ons land. Bekende stammen zijn de Arowakken, de Caraïben en de Trio's. Nog voor de komst van de blanken hadden de Caraïben en Arowakken vaak conflicten met elkaar.
Het werd erger toen blanken bezit namen van het land.
In dit verhaal, dat zich afspeelt in de 17e eeuw, lees je meer over de verhoudingen tussen Arowakken, Caraïben en Trio's.
Al veertien pitten had Jasir laten vallen, sinds hij Warimbomas had verlaten. Deze dag, zo had hij zich voorgenomen, zou hij een lekker maaltje bij elkaar vissen. Gewapend met pijl en boog stond hij op de rotsblokken in de rivier. Waar de zon op het water viel, zag hij vissen voorbijflitsen.
Hij merkte het gegrom van Kwayana pas op, toen een stem hem toesnauwde: ‘Roep je hond bij je, als zijn leven je lief is.’
‘Vrede, vrede’, haastte Jasir zich te zeggen. ‘Ik ben een armzalige Trio die probeert wat vissen te vangen en mijn hond...’, hij floot Kwayana naar zich toe ‘....doet geen kwaad.’
De gezichten van de drie mannen bleven strak.
‘Hoe heet je en waar kom je vandaan?’, vroeg de middelste.
Jasir stond fier rechtop. ‘Mijn naam is Jasir. In opdracht van Peyayo, onze gerespecteerde piay, vaar ik de rivier af naar het Grote Zoute Water. Voordat hij sterft, wil hij mij inwijden tot zijn opvolger.
Daarvoor moet ik hem drie veren brengen van de rode reiger, die broedt in de bomen op de grens van het zoute en het zoete water.’
De drie belagers ontdooiden. Alle inheemsen kenden de piaytradities. ‘Jasir.’ De krijger sprak zijn naam langzaam en duidelijk uit. ‘Niemand zal ooit kunnen zeggen dat de Caraïben van Coeribosteen de Trio Jasir een duimbreed in de weg gelegd hebben bij het volbrengen van zijn goddelijke taak.’
Jasir volgde de mannen naar hun dorp. Daar werd hij voorgesteld aan het opperhoofd. Zijn naam was Kaykusi. Beleefd vroeg hij naar Jasirs