Lezen doet je goed. Leerjaar 5b(2023)–Ismene Krishnadath– Auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 100] [p. 100] Les 34 De eenzame todo Er was een grote, grijze pad die een hekel aan zijn huidskleur had. ‘Ik ben zo grauw, zo vaal en grijs, zo win ik nooit een schoonheidsprijs. Geen vrouwtjespad kijkt mij ooit aan. Dit is geen doen, 't is geen bestaan! Ik wil getrouwd zijn als het kan, als vrijgezel is er niks ‘an!’ Zo huilde hij in 't hoge riet, verschool zich daar met zijn verdriet. De todo klaagde in het gras: ‘Ik wou maar dat ik anders was...’ Toen kwam een vrouwtjespad voorbij. Ze luisterde vol medelij en gluurde door het hoge riet... En zie, een wonder was geschied! [pagina 101] [p. 101] Daar stond een glimmend schone pad, gewassen door zijn tranenbad. Zijn vel glom in de maneschijn en leek wel zilverwit te zijn. Zijn bolle ogen glansden blij om wat dat lieve vrouwtje zei. Het vrouwtje kwaakte in het riet: ‘Een mooiere todo zag ik niet!’ Hij werd verliefd op haar. Ze trouwden nog datzelfde jaar en kregen kinderen bij de vleet. Vergeten was toen alle leed. De pad dacht nooit meer aan verdriet, maar kwaakte elke nacht zijn hoogste lied! Vorige