Lila zit ook op zwemles, maar bij een andere club. ‘Laat Rinia maar komen’, zegt ze zachtjes. ‘Als ze lastig doet, leren we haar een lesje.’
‘Wij zijn er. Dit is onze cabana!’, roept de moeder van Lila. De cabana heeft drie kamers.
De meisjes mogen samen in één kamer slapen. Alle spullen worden naar binnen gebracht.
Na het middageten gaan ze zwemmen. Jane moet plassen. Lila loopt alvast naar de kreek.
Het bruinzwarte water ziet er lekker koel uit. Heerlijk om een duik te nemen.
Plotseling hoort ze een stem achter zich.
‘Wat doe je hier, slak?’
Lila draait zich om. Ze ziet Rinia staan.
‘Wie roep je slak?’, vraagt ze.
‘Jou! Je kan niet eens zwemmen. Zomaar kom je hiernaartoe.’
Strijdvaardig zegt Lila: ‘O ja? Wie eerst bij die rode paal in het water is!’
Lila is nationaal kampioen vrije slag meisjes. Ze kan ook heel hard rennen. Ze springt als eerste het water in. Rinia is vlak achter haar. Met krachtige slagen zwemt Lila naar de paal.
Ze wacht op Rinia, die hijgend aankomt.
Lila kijkt haar boos aan. Ze zegt beslist: ‘Ik dacht het al. Zomaar heb je bigi mofo.
Denk goed na voordat je mij ooit weer slak roept.’
Jane staat aan de kant. ‘Hahaha, je had niet door dat je mijn nicht hebt uitgedaagd.
Ze is de beste zwemster van haar club. Jó, slak!’, roept Jane.
‘Dat is genoeg’, zegt Lila's moeder. ‘Zo praten we niet met elkaar.’
Rinia's moeder staat er nu ook bij. Rinia heeft tranen in haar ogen. Haar mama trekt haar troostend naar zich toe. ‘Ze is heel verdrietig’, vertelt haar moeder.
‘Vorig jaar is onze hond verdronken in onstuimig water. Vanaf dien traint ze heel hard.
Ze wil goed kunnen zwemmen.’
Jane kijkt beteuterd. Verlegen zegt ze: ‘Sorry dat ik je slak hebt genoemd.’
Rinia maakt zich los van haar moeder. ‘Ik moet “sorry” zeggen. Ik vond mezelf stoer.
Maar nu zie ik dat het niet leuk is om anderen te plagen.’
Lila roept: ‘En deze kreek is te leuk om ruzie te maken. Laten we lekker samen gaan zwemmen.’ Lila en Jane zetten beiden een arm om Rinia. Samen springen ze in het water.