Les 35 De korjaal is klaar
Eindelijk is het zover. De korjaal is klaar. De boot is prachtig geschilderd.
Aan de zijkant zijn er blauwe, witte en groene strepen geverfd. De boot heet Tukunari.
Esther heeft haar vader geholpen om de naam op de boot te schilderen. Hij had gezien hoe mooi ze de oude pagaai had geverfd.
‘Je hebt een goede hand’, zei hij. Hij had de naam met een stift op de boot geschreven.
Esther mocht met een dikke penseel rode verf tussen de lijntjes aanbrengen.
Ze had heel goed haar best gedaan. De verf mocht niet buiten de lijntjes gaan.
Vader gaf haar een complimentje toen ze klaar was. ‘Dat heb je prachtig gedaan.’
Vandaag wordt de korjaal te water gelaten.
Een paar mannen slepen hem naar de waterkant. Eerst spuiten ze bier op de boot.
Dat is om de boot een goede toekomst toe te wensen. De mannen zijn vrolijk.
De vader van Esther is ook vrolijk. Hij is trots op zijn nieuwe boot.
De binnenkant van de boot is lichtblauw geverfd. De bankjes zijn ook lichtblauw.
De boot heeft zeven bankjes met een rugleuning. Twee bankjes hebben geen leuning.
De rugleuningen kunnen worden weggehaald als de mensen in de boot naar hun plaats moeten gaan. De vader van Esther zit bij de buitenboordmotor. Op de eerste vaart gaan Esther, haar moeder, neefjes en nichten en een paar vrienden van haar vader mee.
Esthers vader start de motor. Daar gaan ze. Hij vaart even heen en weer langs de aanlegsteiger van het dorp. De mensen aan de kant zwaaien. Esther en haar neefjes en nichtjes zwaaien terug. Dan zet vader koers naar Guyaba. Dat dorp is een half uur varen stroomopwaarts.
Esther en haar nichtje Samantha delen een bank. Samantha zit rechts en Esther zit links.
‘Kijk, apen!’, wijst Samantha. Hoog in de bomen aan de kant van de rivier springen apen van tak naar tak.
‘Ze komen naar onze nieuwe boot kijken’, zegt Esther.
Er komt een boot uit de tegenovergestelde richting.