Les 10 Het vogelhotel (2)
Cindy's mama rijdt voorzichtig over een drempel. Daarna volgt er nog één.
‘Waar zijn we?’, vraagt Laura.
‘In Lelydorp’, antwoordt Cindy.
Ze rijden langs een politiepost. Op een plein zien zij kinderen pakkertje spelen.
Er staat een groot kunstwerk. ‘I LOVE KOFI DJOMPO’, leest Laura luidop.
‘Wat is KOFI DJOMPO mama?’, vraagt Cindy. Cindy's mama vertelt de meisjes de geschiedenis. ‘Lang geleden was er een slaaf Kofi. Hij was op de vlucht. Op deze plaats sprong hij over een kreek. Zijn achtervolgers konden hem toen niet meer pakken.
Zo sprong hij zijn vrijheid tegemoet. Vandaar de naam “Kofi djompo”. Letterlijk betekent dat: Kofi sprong.’ Na een kwartiertje slaan ze rechtsaf een lange zandweg in.
Aan weerszijden van de weg staan open percelen, waarop de meisjes koeien zien grazen. De weg heeft een paar diepe kuilen. Voorzichtig rijdt Cindy's mama om de kuilen heen.
Bij een grijze poort stopt Cindy's mama.
‘We zijn op boiti’, zegt ze.
‘Hier wonen mijn opa en oma’, vertelt Cindy.
Haar opa staat al te wachten bij de poort. Hij maakt voor ze open. Ze rijden het erf op.
Voorin staat een stal met twee koeien en een kalf. Verderop zijn er grote bomen.
Achter de bomen staat een huis op neuten. Daar staat Cindy's oma.
‘Dag oma!’, roept Cindy.
‘Welkom in ons vogelhotel’, zegt Cindy's oma.
Laura kijkt een beetje verbaasd. Cindy doet haar arm om Laura's schouders.
‘Kijk naar boven’, zegt ze.
Onder het balkon ziet Laura vogelnesten op de balken. De meisjes tellen ze.
Het zijn er vijfentwintig. In een paar van ze zitten stondoifi te broeden op eieren.
Cindy's opa komt aangelopen. ‘Dag Laura, welkom op boiti. Wat vind je van mijn vogels?’, vraagt hij.
‘Ze zijn heel mooi’, antwoordt Laura.