Les 8 Met oma en opa naar de markt
Het is zaterdagmorgen vroeg. Jeremy loopt de woonkamer binnen. Oma zit in haar schommelstoel. ‘Goedemorgen Jeremy, ben je al wakker?’, vraagt ze.
‘Ja oma, goedemorgen’, antwoordt hij.
‘Jij bent altijd als eerst beneden. Je neef en nicht slapen nog’, zegt oma.
Jeremy knikt en geeft haar een brasa. Samen eten ze alvast een broodje. Ze drinken ook een kopje bosvruchtenthee. Dan komen Diana en Dean ook ontbijten. Opa vraagt of ze naar een Javaanse markt willen gaan. De kinderen hebben daar wel zin in. Ze gaan er met de auto naartoe. Opa parkeert zijn auto vlakbij de ingang. Ze lopen door de houten poort.
Op een bordje staat SAOENAH.
‘Wat is Saoenah, oma?’ vraagt Jeremy. ‘Dat is de naam van de markt’, antwoordt ze.
Dean zegt: ‘Jeremy, kijk een jongen uit je klas.’ Jeremy kijkt in de richting waarin zijn neef wijst. ‘Is dat geen Jona?’, vraagt Dean. ‘Ja, hij is het’, antwoordt Jeremy.
De kinderen lopen naar Jona toe. Hij staat in de kraam van zijn opa.
Zij verkopen warme vis. ‘Dag Jona en Jona's opa’, roepen ze.
Jona lacht en zegt: ‘Goedemorgen samen. Lekkere vis te koop.’ ‘Koop je geen vis, oma?’, vraagt Diana. Oma en opa vinden Jona heel flink. Zij kopen een warme vis.
‘Vandaag eten we warme vis’, zegt opa.
Opa is op zoek naar krappaolie. Dat is heel goed tegen muskieten. Bij een kraam staan er verschillende flessen op tafel. De kinderen mogen aan een fles krappaolie ruiken.
‘Bah, het stinkt!’, roept Jeremy. De verkoopster lacht. ‘Dat denken de muskieten ook.
Daarom blijven ze weg.’ Opa koopt satés en loempia's. Iedereen krijgt ook een cup dawet.
Er klinkt pop jawa muziek door grote boxen. Een dame zingt door een microfoon.
Achter haar staan drie muzikanten. Zij bespelen gitaar, keyboard en drum. Terwijl ze hun dawet drinken, gaan mensen dansen. Oma en opa gaan ook de dansvloer op.
Ze maken sierlijke pasjes en draaien rond. Na vijf liederen stoppen zij met dansen.
Opa maakt een diepe buiging voor oma.