Les 37 Ouderdag
Vandaag komen vaders en moeders naar school om te horen hoe hun kind het doet op school. De lessen stoppen om tien uur.
Het contact tussen school en ouders is erg belangrijk. Ouders moeten hun kind thuis vaak helpen met werkjes voor de school. De moeder van Shyan is er ook. Ze praat met de juf. Shyan wacht op een bank onder de amandelboom van de school. Het is daar erg schaduwrijk. Juf zegt:
‘Shyan doet flink zijn best.’ Ze laat een schrift zien. Shyan heeft een acht voor zijn sommen. Moeder is trots op haar zoon.
De juf zegt: ‘Soms is hij een beetje druk.
Hij babbelt graag.’ Moeder knikt. De juf heeft gelijk. Ze weet dat haar kind veel praat. De juf lacht. ‘Hij is wel vrolijk hoor. Af en toe brengt hij de boel aan de gang met zijn grapjes.’
De moeder van Siem is ziek. In haar plaats komt zijn tante. Juf vertelt dat Siem een uitstekende leerling is. Hij scoort bij elk vak hoog op het rapport.
Hij let goed op tijdens de les. ‘Ik ben heel tevreden over Siem’, zegt ze.
Zijn laagste cijfer is een acht. Tante zegt dat Siem vaak helpt in de winkel van de familie. Zijn vader komt uit China. Hij praat Chinees. Hij begrijpt niet
altijd wat de klanten willen. Zijn moeder is een Surinaamse Chinese vrouw.
Zij verstaat de klanten wel. Zijn tante is blij dat haar neef zo goed zijn best doet. Ze gaat hem belonen met een uitje naar de bioscoop.
Dan is de vader van Frank aan de beurt. Hij is bang voor wat de juf gaat zeggen. De cijfers van Frank zijn niet mooi. Hij is erg speels. Hij draait de hele dag op zijn stoel. Juf zegt: ‘U moet zorgen voor rust en regelmaat.
Frank moet elke middag op een rustige plek zijn schoolwerk doen.’
Vader knikt. Hij wil graag dat zijn kind hoger scoort op zijn rapport.