Les 24 Café Switi
Om elf uur 's morgens hoort Ramin een toeter. ‘Hé,’ roept hij.
‘Oom Tariq is er al.’ Tante José en Annie zitten ook in de auto.
Ramin en zijn moeder stappen vlug in. De auto is vol. ‘In de bus is er meer plaats’, zegt oom. Na een half uur zijn ze bij het terrein van de autozaak.
Het staat vol met auto's die te koop zijn. De bus van oom is er ook.
De verkoper geeft hem de sleutel. Oom roept: ‘Instappen!’
Het is druk in het centrum van de stad. Ze staan een poos in een file.
Voorbij het stoplicht gaat het sneller. Het is al twaalf uur.
Voor de lunch gaan ze naar eetcafé Switi. Op de menukaart staat wat je kan bestellen. De kinderen lusten saté. ‘Wil je één of twee saté's’, vraagt oom aan Annie. ‘Eentje maar,’ zegt ze. Tante José wil een portie bami. Oom neemt rijst met pom. Moeder wil pindasoep met tomtom.
De lunch smaakt goed. Oom bestelt ook nog ijs als toetje.
Wat een traktatie! De tijd vliegt. Al gauw is het weer tijd om naar huis te gaan. ‘Wil je vandaag niet bij ons logeren?’, vraagt Annie aan Ramin.
Ze heeft zin om 's ochtends vroeg te gaan zwemmen.
Moeder Shirly vindt het wel goed. Morgen is het zondag.
Ramin moet wel vóór zes uur 's middags thuis zijn.
Hij heeft nog huiswerk. Maandag is er weer school.
‘We brengen hem op tijd thuis,’ zegt tante José.
‘Met de bus,’ vult oom aan. ‘Daar zorg ik wel voor.’