Lezen doet je goed. Leerjaar 4b

[p. 36]

Les 16 Wasdag

Koesja wil moeder eens verrassen.
Zij gaat alle vuile kleren wassen:
tien grijze sokken, negen lange rokken,
vier korte broeken, zeven keukendoeken,
zes witte petten, vijf muskietennetten,
twee lappen met lussen en een vuurrood kussen.
Ziezo. De was is klaar!

Maar....kijk eens, wat er is gebeurd?
De hele was is rood gekleurd!

Rode sokken, rode rokken,
rode broeken, rode doeken,
rode petten, rode netten,
rode lappen met rode lussen
en dan nog dat rode kussen.
Dat rode kussen
moest er niet tussen.

Koesja wilde moeder eens verrassen,
maar heeft alles rood gewassen!
De wasdag is voorbij, maar Koesja is niet blij.
Treurig zit ze in een hoek, met een rood gewassen doek.

[p. 37]

woordjes

Lange woorden
keukendoeken	muskietennetten	wasmachine
onderbroeken	garnalennetten	naaimachine
afwasdoeken	toeristenpetten	keukenmachine

Leestekens

Bij een punt is de zin afgelopen en stop ik even. Een komma verdeelt de zin
in delen. Bij de komma stop ik even. In dit vers volgt na een dubbele punt een
opsomming. Ik stop even bij de dubbele punt. Er zijn drie uitroeptekens in dit vers.
Bij het eerste laat ik merken dat ik blij ben. Bij het tweede ben ik verrast.
Bij het derde uitroepteken is er een beetje teleurstelling.
Een vraagteken komt achter een vraag. Mijn stem gaat omhoog.