Les 13 Bing Bing en Susu
Bing Bing is een blauwe vlinder, die woont in het bos bij Berlijn.
Ze vliegt van bloem naar bloem om nectar te zoeken.
Met haar uitgerolde zuigtong slurpt ze de nectar op.
Nectar is een soort stroop die binnen in de bloem zit.
Bing Bing lust die heerlijke nectar altijd wel.
Ha, ze ziet een grote bloemenstruik naast dat huis aan het water.
Het waait er wel hard. Ze moet zich goed vasthouden. Ze kijkt omlaag.
Daar klemt een andere vlinder zich vast aan een blad.
Het is haar vriendinnetje Susu. ‘Dag Susu’, groet Bing Bing.
Wat is dat nu? De wind waait Bing Bing het huis in. Ze komt terecht op een tafel. Het waait er niet. Ze ziet een rode bloem aan de muur.
Ze kan daar vast rustig zitten. Ze vliegt naar het muurbloempje.
Vreemd, ze kan niets vastpakken. De bloem is geschilderd.
Wat moet ze doen? Bing Bing wordt een beetje bang.
Ze wil weg. Alles is zo vreemd.
Bloemen zijn geen echte bloemen in het huis.
En wat gebeurt er nou? Voorzichtig pakt de moeder van het huis Bing Bing bij de vleugels. Ze loopt naar buiten en laat de vlinder los.
Het waait niet meer zo hard. Kijk daar is Susu ook.
Ze vliegen elkaar tegemoet.