aan de zwaartekracht; voorzichtig sprong hij op de grond. Wanneer hij in de ruimte was, woog hij niets en zweefde hij over alles heen. Als hij dan op aarde landde, moest hij er aan wennen dat hij door zijn gewicht met zijn beide benen op de grond kwam te staan. Rustig deed hij de helm af en liep naar de achterdeur, waar Doty, nu helemaal razend, op hem stond te wachten.
‘Doe toch wat sneller, luiaard, ik kom nog te laat op college!’ Doty griste de helm uit zijn handen en zonder ‘dank je’ te zeggen rende ze naar de zijkant van het huis waar haar scooter stond.
Schouderophalend keek Peter haar na, ‘college, college’, mompelde hij in zichzelf, ‘alleen maar een deftig woord voor les volgen’. Vroeger ging ze naar ‘school’. nu ging ze opeens naar ‘college’. Hij stak zijn tong nog eens naar haar uit. Doty studeerde voor arts aan de Universiteit van Guyana. Eigenlijk heette ze Dorothy, maar als kleine jongen kon hij haar naam niet goed uitspreken en had hij er Doty van gemaakt. Dat was zo gebleven.
Vandaag was het woensdag en zoals gewoonlijk was pa bezig in de keuken. Hij sneed de verse tijm en sjalotten die hij en Peter eerder op de dag hadden gekocht op de Stabroekmarkt in het centrum van Georgetown.
‘Peter, hoe vaak moet ik je nog zeggen niet aan de helm van Dorothy te zitten. Het is geen speelgoed!’
‘Ja pa,’ zei Peter netjes, maar stilletjes dacht hij ‘hoe kan ik nou astronaut zijn zonder helm’. Zwijgend stond hij een tijdje naast het aanrecht en keek hoe pa moksalesi klaarmaakte.